zaterdag 10 juli 2021

Aerdt en de Rijnstrangen (Gld)

6 juni vertrokken we voor een maand kamperen in Nederland eerst naar Aerdt in Gelderland. We leven nog steeds in het covid-tijdperk, waarin landen op de kaart van Europa van groen, geel, oranje naar rood tot donkerrood kleuren al naar gelang het aantal coronabesmettingen. Dankzij de vaccinaties nam het aantal besmettingen in Nederland de afgelopen meimaand gelukkig flink af en werden de coronamaatregelen gaandeweg weer versoepeld. Vanaf 5 juni konden wij ons verheugen op uit-eten en weer andere leuke uitjes. Hygiënemaatregelen, afstand 1,5 m. en mondkapjes in openbare binnenruimten bleven nog verplicht.
Terwijl ons land desondanks nog rood kleurde op de Europese covid-kaart, kleurde onze vakantie vooral rood door de vele klaprozen die overal uitbundig bloeiden. 


Aerdt en De Rijnstrangen: het best bewaarde geheim van Nederland als ik moet afgaan op de reacties van vrienden wanneer we vertelden waar we naar toe gingen. De Rijnstrangen zijn oude rivierlopen van de Rijn en zijn gelegen in de regio tussen Lobith, Zevenaar en Pannerden (z.o. van Nijmegen). Sinds de jaren zestig zijn deze strangen van de Rijn losgekoppeld en missen ze de dynamiek van de grote rivier. Er heeft echter een geweldige natuurontwikkeling in het gebied plaatsgevonden o.a. hier bij Aerdt in de Gelderse Waard. Minicamping De Rijnstrangen heeft een uitnodigende website en propageert een uitstekende uitvalsbasis voor verkenning van dit gebied te zijn en dat wilden we wel eens meemaken. 
De camping ligt met de rug tegen de Aerdtse dijk, die niet alleen door plaatselijk verkeer wordt gebruikt, maar ook bij autorally's, motorrijders en fietsers bijzonder in trek is - vooral in het weekend. Desalniettemin was het hier heerlijk rustig. De smalle dijk, die zich hier en daar met een bocht om oude kolken slingert, biedt dan ook een fraai uitzicht over de waarden tot de torenspits van Oud-Zevenaar enerzijds en de akkers en weiden anderzijds. Oude boerderijen en vriendelijke dijkhuizen met kleurrijke tuinen voegen daar met dikwijls wit gepleisterde muren en rieten daken hun eigen charme aan toe. Geel en groen als kleuren van luiken en kozijnen zagen we vaak terug. Het leek wel een belofte voor betere tijden!

waar een klein dorp groot in kan zijn!








De oudste delen van de kerk onderaan de dijk dateren van rond 1300, maar daar zie je zo weinig meer van terug. De ooievaars hebben hun nest ingericht naast het kerkhof en keken minzaam op ons neer.



Tot de jaren zeventig was het de autochtone bevolking die aan de dijk woonde. Ongeveer de helft had een boerderij, meestal met een gemengd bedrijf van akkerbouw, aardappelteelt en wat veeteelt. Maar wanneer er geen opvolgers voor het bedrijf waren, werd de boerderij aan buitenstaanders verkocht, die de boerderijtjes tot comfortabele woonhuizen verbouwden. "De buitenaerdtsen" werden die genoemd! (bron: De Gelderlander).
Het laatste mooie huis aan de dijk is De Haemmaeker, ooit museum van merklappen van Jan Houtman. Dat was niet de eerste de beste begrijpen we na wat googlen uit nieuwsgierigheid naar de naamgeving van het huis. Maar ja, er is weinig belangstelling meer voor dit soort borduurwerk en het museum is een paar jaar geleden gesloten.


Achter de Haemmaeker is een voetpad naar het klompenpad voor de Rijnstrangenwandeling. Maar dat doen we een andere keer. Nu keren we weer terug naar de camping en de rode klaprozen die zelfs een achteloze aardwal tot lust voor het oog kan omtoveren. 




En 's avonds, als de zon langzaam onderging en het land in een gouden gloed dompelde, liepen we nog graag een ommetje over de dijk. Spraken we dan tegen twee locals onze bewondering uit, was het antwoord: ja, maar dit is dan ook het Aerdtse Paradijs!










Geen opmerkingen: