donderdag 29 juli 2021

Struinen langs de Steenberghse Vliet (Benedensas NB))


Aan de noordzijde van de sluizen bij Benedensas ligt het Saspoldertje. Er is een onverhard pad langs de Steenberghse Vliet dat op een bepaald punt bijna verdwijnt in de hoge grassen. Ik vind het een leuk gebied om rond te struinen, omdat het zo vogelrijk is. 


In de bomen en struiken, in de rietkragen en tussen het gras, overal vliegt, fluit en fladdert het. Ik denk dat het fitissen waren die druk in de weer waren tussen het blad van de wilgenbomen. We zagen een groenling en veel heggenmussen. 
Tussen de grassen naast het pad ontdekte ik een bijenorchis en niet ver daarvandaan ook nog een rietorchis.
Een troep Canadese en grauwe ganzen bevolkte de zandplaat en de kreek, vergezeld van enkele brandganzen. Een paar scholeksters stonden er stilletjes tussen. En aan de overkant, waar de roodbonte koeien graasden en naar het water liepen om te drinken, ontdekten we ook een eenzame lepelaar. Die liet zich niets gelegen liggen aan het gedoe om hem heen en keek het allemaal wat lijdzaam aan.












Rietgorzen, graspiepers, grasmussen, rietzangers......  je hoeft niet af te vragen waar die namen vandaan komen. We zagen ze hier allemaal. Afgezien van het gekwinkeleer van de vogels was het stil. We kwamen één paar wandelaars tegen, een paar bootjes op het water; verder ademde alles rust. Vlinders hoor je niet, we zagen ze wel: atalanta's en hooibeestjes vooral, maar ook groot dikkopje en de St. Jacobsvlinder evenals de rupsen, die zich tegoed deden aan het St. Jacobskruid. 




Tot de andere stille gasten behoorden de libellen die we bij de rietkragen zagen. Zoals deze bruinrode heidelibel (?). De verspreide meidoorn- en bramenstruiken waren niet alleen populair bij de grasmussen en rietgorzen, maar ook bij de kneutjes. Boven ons jaagde geluidloos een torenvalk.  



In het volgende blog gaan we naar de andere kant van de dijk: de Dintelse Gorzen.

Geen opmerkingen: