woensdag 30 september 2020

Fietsen in het Vechtdal (Ov): van stuwen, vistrappen, monumentale boerderijen en statige kastelen

We pakken de draad weer op bij waar we ons verhaal in het vorige blog bijna eindigden nl. in Vilsteren. Dit keer parkeerden we de auto bij de kerk en startten we onze fietsroute op het pad tegenover het landhuis. 
We volgden fietsknooppunten: 63 > 61 (stuw) > 60 > 69 > 08 > 90 (pontje Hessum) > Dalfsen. Van 59 > 58 > 82 > 84 (Rechteren) > 85 > 63.


We stapten al snel af om het mooie uitzicht over de oude arm van de Vecht in ons op te nemen. We zouden nog heel wat vaker stoppen om te genieten van dit schone land! 







 De stuw van Vilsteren is een van de negen stuwen in de Vecht en is ruim 100 jaar oud; een flinke renovatie is in 2018 afgerond. Op verschillende plaatsen in het Vecht- en Reggegebied zijn in opdracht van drie betrokken waterschappen zgn. waterschapsbanken gemaakt om bezoekers in alle rust te laten genieten van het mooie landschap. Alle banken hebben elementen van het Bentheimer zandsteen, omdat dit eeuwenlang vanuit Duitsland over de Vecht is vervoerd. We hadden er al eerder van gehoord toen we in De Lutte waren. Bad Bentheim ligt daar vlak over de grens. Het zandsteen is vooral gebruikt in gebouwen van aanzien zoals kerken, kloosters en kastelen. O.a. in het paleis op de Dam is Bentheimer zandsteen verwerkt. Nu hebben wij dus even op het beroemde zandsteen gezeten op deze fraaie tronen (Jacomijn Schellevis). Over de door grote bomen omzoomde dijk bieden ze uitzicht op de sluis.




De tronen lijken al een verwijzing naar de vistrap en de vele vissoorten die de Vecht rijk is. Ter plekke leerden we dat tot de 30 soorten in deze rivier zeldzame vissen als rivierprik en modderkruiper behoren. Deze reiger had er vast meer verstand van, hij wist in ieder geval waar hij ze het beste kon vangen.

Het kan niet anders of zo'n mooie plek heeft aantrekkingskracht op het verblijfstoerisme. Een paar campings en hotels, van simpel tot chique passeerden we voordat we weer in open gebied kwamen. De paddenstoelen zouden het vast goed gaan doen dit jaar. Aan de weiderand zagen we enorme parasolzwammen. 

We hadden het Vechtdal aan onze linkerzijde toen we richting Welsum fietsten. Prachtig land. Hier en daar bankjes of picknickplaatsen langs het fietspad. Een torenvalk op een boerenhek wachtte niet tot ik hem op de foto had. Een vlucht grauwe ganzen daalde hoorbaar neer in de graslanden. 





In de verte torende De Stokte boven de bomen uit. Wij hebben de uitkijktoren niet beklommen, maar zijn wel het paadje naar het fietsveer opgereden om wat meer van de uiterwaarden en de rivier te zien. Gaaf pontje: je hoeft niet aan touwen te trekken of zo - een druk op de knop is genoeg om hem in beweging te krijgen. Wij zetten evenwel onze tocht aan deze zijde voort.





We naderden Dalfsen. Theetuin De Stokte, een prachtige pluktuin, boerderijen langs een bomenrijke landweg en aan het eind daarvan de vijvers van Dalfsen. 





Dalfsen is echt een bijzonder aardig dorp met een paar oude kerken, sfeervolle huisjes, een levendige middenstand en verschillende uitnodigende horecagelegenheden. Met de vele andere fietsers en wandelaars die hier dan graag even neerstrijken op een zonnig terras, moet je soms wel even geduld hebben voordat je je trek kunt bevredigen. 




Na een heerlijke ijskoffie en wat boodschappen hebben we Dalfsen aan de zuidzijde verlaten. We zijn de rivier en het spoor overgestoken en kwamen over een schaduwrijke laan bij Huize Den Berg. Kenmerkend voor het landgoed is het regelmatige patroon van rechte en elkaar kruisende lanen. Het oogt mooi strak en statig. 


Wij gingen voort over een mooi landweggetje door landerijen en bossen. Van 82 naar 84 en over het spoor. 



Langs verschillende boerderijen die al de kleurkenmerken van het landgoed op de luiken vertoonden (rood-okergeel op donkergroen) werden we bij de T-splitsing verrast door het imposante kasteel Rechteren.  Wat naleeswerk leert dat dit het enige uit de middeleeuwen bewaard gebleven kasteel in Overijssel is. In tegenstelling tot veel andere buitens en landhuizen is dit kasteel als middelpunt van een landgoed geen uiting van pracht en praal, maar een bron van inkomsten. Het landgoed is zo'n 11 ha groot en bestaat uit afwisselend bossen, landbouwgronden, heideveldjes en laaggelegen natte gronden bij de Vecht. 



We hebben nog wat meer van het landgoed Rechteren in ons opgenomen door met een omweg over het dorpje Hessum te fietsen alvorens naar Vilsteren terug te keren. Zo kwamen we nog langs Huize Hessum, dat zich nauwelijks zichtbaar aan het eind van een lange oprijlaan verschuilt. Dit huis dateert uit de 19e eeuw. Eenmaal terug bij onze auto in Vilsteren, stond de zon laag en kleurde de boom voor de boerderij in de warme tinten van de nazomer. 




dinsdag 29 september 2020

Lemelerberg en Vilsteren: bossen, heidevelden en landhuizen

Na een regenrijke donderdag was het vrijdag weer heerlijk fietsweer, een prima dag om de omgeving van de Lemelerberg wat nader te verkennen. Een paar dagen geleden waren we vanaf de camping tot Lemele geraakt, dit keer fietsten we verder van knooppunt 78 over de Lemelerberg naar 71, langs de Archemerberg naar 35 > 74 > 73 Giethmen 72 > 97 en dan de lange allee langs het Vilstersche Veld naar Vilsteren 63. Een stukje langs de weg naar 49 > 44 > 76 > 87 en via 88 weer naar de camping.


Het was al weer heel wat jaren geleden dat we op de Lemelerberg waren op een regenachtige herfstdag. Dit keer zagen we de Lemelerberg in al haar paarse glorie op een half zonnige septemberdag. We parkeerden onze fietsen bij het theehuis, dat deel uitmaakt van Park 1813, aangelegd ter ere van het honderdjarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden. Daar hoort ook het beeld van de Leeuw bij. Er is hier een verhard voetpad voor mensen die slecht ter been zijn. Wij hebben een bescheiden rondje naar boven en door het bos gelopen.








Op de fiets vervolgden we onze weg langs de westzijde van de Lemeler- en Archemerberg over de Oude Raalterweg tot 74. Dit fietspad door heide en bos is echt wel populair onder de fietsmobiele pensionado's! Prachtig land.







Van Giethmen naar het Vilstersche Veld fietsten we door bos- en boerenlandschap, zomerhuizen en bungalowparken hier en daar. 





De buurtschap Vilsteren had al een paar eeuwen geschiedenis gemaakt toen de marke eind 18e eeuw in Ć©Ć©n hand kwam en het landgoed Vilsteren ontstond. Opeenvolgende eigenaren lieten de kerk, een school, de herberg, de molen en nieuwe boerderijen bouwen en de woeste gronden ontginnen en bebossen.  Komend van de Vilsterse Allee werden we bij het binnenfietsen van het dorp verrast door het monumentale landhuis (begin 20e eeuw, neo-renaissance naar ontwerp van Eduard Cuypers) en omringende park. Nog steeds is het hele dorp, de omliggende bossen en landerijen, zelfs de wegen eigendom van Ć©Ć©n eigenaar. Huizen en boerderijen zijn te herkennen aan de donkergroen met lichtgele luiken. 







Ten zuiden van Ommen, waar de Regge en de Vecht samenkomen (knooppunt 49), passeerden we een nog een landhuis. Met de oprijlaan en omringende tuinen oogt de buitenplaats De Laer nog altijd chique, hoewel de havezathe tegenwoordig als hotel-restaurant wordt uitgebaat. 


Zonder noemenswaardige tussenstops rondden we onze fietstocht via Besthmen naar 76 zonder omhaal naar de camping terug af, waar ons een verfrissend biertje lag te wachten.