vrijdag 30 juli 2021

Dintelse Gorzen (Benedensas, NB)


De "Dintelse Gorzen" is een natuurgebied in de hoek die het Volkerak en de Steenberghse Vliet vormen ten noorden van Benedensas. De laatste keer dat we hier waren, was 1 mei 2016.  Dit keer was het de laatste week van juni. En dat maakt een heel verschil! De donzen pulletjes van dit jaar waren al flinke jonge eenden en ganzen geworden. De bomen stonden nu vol in het blad, de vlier bloeide, de varens stonden hoog en de schorren waren droog, het land was vol bloeiende grassen en wilde bloemen. De grootste verrassing: de vele orchideeën op de wat vochtiger plaatsen. Met name de oevers langs de Bot kleurden lila van gevlekte rietorchis en ik heb ook gewone rietorchis gezien evenals moeraswespenorchis. Maar niet anders dan destijds werden we ook nu al meteen aan de overkant van de toegangsbrug verwelkomd door verschillende kneutjes, die zich daar blijkbaar graag in de bosjes en planten ophouden. 




Als de Schotse hooglanders op het pad lopen, ga ik er liever iets hoger omheen. Ze ogen zo vriendelijk wollig, maar ik vind ze nog altijd zeer indrukwekkend en afstand houden kan geen kwaad. De grote witte reiger aan de overkant oogt hierbij extra slank.








Veel jonge vogels hebben we gezien. Hier twee roodborsttapuiten, vader en moeder oplettend nabij. Verschillende vlindersoorten profiteerden van de warme zon en de gevarieerde flora. Onder: kleine vos en St. Jansvlinder. Verderop groot dikkopje. Ook atalanta's, klein koolwitje en klein geaderd witje zijn we tegengekomen,







Er is hier een geweldige variëteit aan planten en bloemen - bij het water de mooie zwanenbloem, bij het eerste bruggetje heemst, heen, moeraszuring, wilgenroosje...... om maar wat te noemen.
Moeraswespenorchis: prachtig maar minder opvallend dan de rietorchissen. Ik ontdekte dit groepje pas toen we de gele lus liepen en eenmaal daarop attent vonden we er her en der nog meer.


Vanachter het vogelscherm aan het eind van de gele lus hadden we uitzicht over het Volkerak, dat onderdeel is van de vaarroute tussen Rotterdam en Antwerpen en op het natuurgebied voor de dam. De afstand is behoorlijk groot, maar behalve de Schotse hooglanders zagen we grauwe en Canadese ganzen, ook een aantal brandganzen met pullen, bergeenden, scholeksters, een overvliegende grote witte reiger en een paar roofvogels.










Oranje havikskruid en kleverige ogentroost - ik leer er iedere keer weer wat bij.




Distelvinken zie je altijd in groepjes en het zijn zulke mooie, levendige vogeltjes. Gelukkig wilde deze net even stil zitten voor de foto.



Het gamma-uiltje is een dag-actieve nachtvlinder en deze kom ik in onze tuin ook regelmatig tegen. Het bruine snuituiltje en de varenspanner zie je overdag niet zo snel vliegen en deze vond ik dan ook tussen het donkere gebladerte onder de bomen. Wij hebben weer genoten van de Dintelse gorzen en alles wat daar klein en groot, groeit, bloeit en leeft.


donderdag 29 juli 2021

Struinen langs de Steenberghse Vliet (Benedensas NB))


Aan de noordzijde van de sluizen bij Benedensas ligt het Saspoldertje. Er is een onverhard pad langs de Steenberghse Vliet dat op een bepaald punt bijna verdwijnt in de hoge grassen. Ik vind het een leuk gebied om rond te struinen, omdat het zo vogelrijk is. 


In de bomen en struiken, in de rietkragen en tussen het gras, overal vliegt, fluit en fladdert het. Ik denk dat het fitissen waren die druk in de weer waren tussen het blad van de wilgenbomen. We zagen een groenling en veel heggenmussen. 
Tussen de grassen naast het pad ontdekte ik een bijenorchis en niet ver daarvandaan ook nog een rietorchis.
Een troep Canadese en grauwe ganzen bevolkte de zandplaat en de kreek, vergezeld van enkele brandganzen. Een paar scholeksters stonden er stilletjes tussen. En aan de overkant, waar de roodbonte koeien graasden en naar het water liepen om te drinken, ontdekten we ook een eenzame lepelaar. Die liet zich niets gelegen liggen aan het gedoe om hem heen en keek het allemaal wat lijdzaam aan.












Rietgorzen, graspiepers, grasmussen, rietzangers......  je hoeft niet af te vragen waar die namen vandaan komen. We zagen ze hier allemaal. Afgezien van het gekwinkeleer van de vogels was het stil. We kwamen één paar wandelaars tegen, een paar bootjes op het water; verder ademde alles rust. Vlinders hoor je niet, we zagen ze wel: atalanta's en hooibeestjes vooral, maar ook groot dikkopje en de St. Jacobsvlinder evenals de rupsen, die zich tegoed deden aan het St. Jacobskruid. 




Tot de andere stille gasten behoorden de libellen die we bij de rietkragen zagen. Zoals deze bruinrode heidelibel (?). De verspreide meidoorn- en bramenstruiken waren niet alleen populair bij de grasmussen en rietgorzen, maar ook bij de kneutjes. Boven ons jaagde geluidloos een torenvalk.  



In het volgende blog gaan we naar de andere kant van de dijk: de Dintelse Gorzen.