dinsdag 4 augustus 2020

Aandacht voor akkerbloemen in Twente/Overijssel

Na onze rondwandeling door het Arboretum zijn we via een fietspaadje de spoorbaan overgestoken en over smalle paadjes via de zuidkant van De Lutte weer naar het Lutterzand teruggereden. De exacte route weet ik niet meer, maar vele facetten van het Twentse landschap passeerden de revue: afwisselend bospercelen en landbouwgronden, van oude boerenwoningen met ruige schapenweidjes tot luxe landerijen met schone raaigraslanden, maar ook hier weer de verrassende kleurrijke bloemenakkers. En ik kan het niet nalaten om daarop in zoomen.




Ook aan de noordzijde van De Lutte in de omgeving van de Hanhofweg is het heerlijk fietsen: grote boerderijen, uitgestrekte landerijen, een verborgen landhuis waar een ree op de oprit stond en snel in de bosjes verdween, en ook hier verrassingen van plots geel oplichtende velden tussen al het groen.





Akkerbloemen waren vroeger normaal. Zelfs uit mijn jeugd herinner ik me nog korenvelden gelardeerd met toefjes rood, wit, blauw van klaprozen, kamille en korenbloemen. Maar daar is destijds snel verandering in gekomen door de toepassing van kunstmest en bestrijdingsmiddelen en door het verwijderen van bloemenzaden uit de graanzaden. 


Ik weet ook nog hoe wij zo ongeveer eind '70er jaren over een weggetje tussen de hoge maisvelden in Twente fietsten en dat ik dat bijzonder vond, omdat we mais in onze omgeving niet tegenkwamen. Tegenwoordig vind je overal in Nederland uitgestrekte maisakkers, de hoge planten dicht opeen. Daar kan geen bloem meer tussen groeien. Net zo min als op de weiden met raaigras, waar door de bewerking van de grond en het vele maaien bloemenzaden geen schijn van kans meer maken. Maar bloemen trekken vele vlinders en insecten aan. In gevarieerde granen- of kruidenakkers leven muizen. Rovers als wezels en hermelijnen vinden er zo hun voedsel, evenals roofvogels. Soortenrijke akkers en weiden zijn dus belangrijk voor de biodiversiteit in het algemeen. 


Dus was ik blij met de vele bloemenakkers en wilde bloemenranden die we tegenkwamen. Het viel echt op en de verklaring ligt waarschijnlijk in de (financiële) ondersteuning die de provincie Overijssel geeft teneinde de verschraling van het landschap tegen te gaan. Landschap Overijssel stimuleert met informatie en mogelijkheden voor het bestellen van diverse zaaimengsels. En menig boerderij of buitenwoning doet er blijkbaar zijn voordeel mee.


Ondertussen genoten wij op onze fietstochten van de kleurige bloemenakkers, niet zelden naast maisvelden of raaigrasweiden, maar het is een begin! En het werkt, want we zagen er vele insecten, vlinders en vogels. 







Met deze vrolijke noot sluit ik onze blogs over onze vakantie in De Lutte af. Later in de zomer willen we naar een ander stukje van Twente: het Overijsselse Vechtdal. 
 

maandag 3 augustus 2020

Arboretum Poortbulten bij De Lutte

Wij bezochten Arboretum Poortbulten. In een voorgaand blog schreef ik al iets over de rijke textielfabrikanten die eind 19e eeuw de woeste gronden in het Twentse achterland opkochten. Ze lieten de gronden ontginnen voor bouw- en weilanden, productiebossen werden aangelegd en parklandschappen met prachtige landhuizen. Zo kocht de familie Gelderman uit Oldenzaal o.a. de gronden ten zuiden van de huidige spoorlijn bij De Lutte. Een deel daarvan wilde men inrichten als pinetum. Architect Karel Joan Muller ontwierp een woning en diens vriend Leonard Springer kreeg de opdracht om een "beleefbaar" park aan te leggen. Springer was toen al een bekend tuinarchitect in Twente en heel Nederland. Het in Engelse landschapsstijl aangelegde park werd al snel een arboretum met een brede verzameling bomen, die alleen met elkaar gemeen hadden dat ze op dezelfde breedtegraad groeiden en zodoende winterhard waren. In 1917 was het park klaar. Een monument van natuurstenen herinnert aan de oprichter.
De aanleg van het park had heel wat voeten in de aarde. Het terrein was laag gelegen en nat. De grond bestond uit klei van de slechtste soort. Sloten voor de afvoer van het water moesten worden gegraven en de grond moest diep worden omgezet. Het waren vooral pachters en hun kinderen die dit zware werk deden. In die tijd waren er nog geen riolen, menselijke uitwerpselen werden opgevangen in latrines en tonnen. Zo zorgden de fabrieksarbeiders uit Oldenzaal voor de bemesting van het arboretum! Meer smakelijke achtergrondinformatie op: https://www.canonvannederland.nl/nl/overijssel/twente/losser/arboretum-


Tijdens de crisis van de jaren dertig raakte het park in verval en ook de oorlogsjaren van 40-45 deden er geen goed aan. Nadien is het herstel opgepakt door de erfgenamen en vanaf 1973 door de regio Twente toen die het in beheer kreeg. In 2016 heeft de regio het beheer overgedragen aan Natuurmonumenten.


Arboretum Poortbulten staat bekend als een van de mooiste verzamelingen bomen en struiken in Nederland. De combinatie van bomenweiden met kruidenrijke graslanden en vochtige schraallandvegetaties draagt bij aan de natuurwaarde voor flora zoals bijzondere orchideeën en fauna zoals de grote weerschijnvlinder en vleermuizen. Tijdens ons bezoek fladderden er vele vlinders heen en weer tussen de bloemen, maar onze waarnemingen beperkten zich nu tot witjes en bruine zandoogjes. We genoten van het park in het bijzondere licht van de zon die de dreigende donkere wolken verdreef na de regenbuien.


Het park wordt doorsneden door een beek, waar een vochtig, moerassig landschap is gecreëerd. Het poelenlandschap, ook in landschapsstijl, is rond 1980 aangelegd. Achteraan bij de bosrand staat een mooie vogelhut met uitzicht op de vijvers. 





In het populetum, het populierenlandschap, vonden we naast de bomen weinig spectaculairs, het gras was al gemaaid. Helemaal aan de rand van het park staan bijenkasten en enkele elementen die duidelijk aan de educatieve waarde van het park moeten bijdragen. 

Het park is vrij toegankelijk. De ingang is aan de Lossersestraat met een flinke parkeerplaats en fietsenstalling. De Schenkerij maakt alles compleet voor een prettig uitje naar Arboretum Poortbulten.