vrijdag 1 maart 2019

Tuinplezier

 

De eerste twee maanden van dit jaar zijn al weer voorbij. Een paar dagen sneeuw en vorst heeft deze winter gekend, maar verder was het kwakkelend en grauw. Is dat de oorzaak van het feit dat we nauwelijks of geen groenlingen, sijsjes en keepjes hebben gezien? Gelukkig zijn de vele mussen en mezen onze tuinen trouw gebleven. Op een zeer regenachtige vogeltelzondag hebben we er 15 in zicht geteld, maar naast het keukenraam in de klimopbosjes getuigde het gekwetter van de rest van de families. Merels, spreeuwen, vinkjes, kauwen en eksters gave acte de présence en 1 duif vertegenwoordigde in een nat verenpak zijn soortgenoten, evenals een halsbandparkiet. De Turkse tortels lieten het afweten, evenals het holenduifje dat zo nu en dan onze tuin bezoekt.


Gedurende een maand of twee, drie was een goudhaantje vaste gast. Hij zocht zijn kostje bij elkaar in de struiken en een buxusstruik (heerlijk, eet die motten maar op! de struik is nog groen dankzij de vogels!) en voelde zich zeker ook aangetrokken tot de vetblokken en -bollen. Goudhaantjes leven gewoonlijk in groepen, maar ondanks het vele ijle gepiep dat ik heb gehoord, heb ik er steeds maar één gezien. Niet erg schuw, dus erg leuk.









Half februari begon de lente zich aan te kondigen. De bijen en hommels wisten de enkele bloemen snel te vinden, het eerste lieveheersbeestje landde op mijn hand. Februari eindigde met een paar ongewoon warme dagen, recordtemperaturen tot bijna 20° op sommige plaatsen. Het bos wordt getooid met velden sneeuwklokjes onder de nog kale bomen, de bermen van Amstelveen kleuren geel en paars van de krokussen. In onze beschutte achtertuin hebben we heerlijk van het zonnetje en onze eerste buitenlunch genoten. De narcissen knallen ineens uit de grond, de knoppen van de magnoliabomen staan op knappen. Laat de lente maar komen!