zondag 25 februari 2018

Winter in de waterleidingduinen


In januari en februari zijn wij een paar keer in de Waterleidingduinen geweest. In beide maanden trof ik een keer een dun laagje ijs hier en daar als gevolg van lichte nachtvorst, maar verder valt er weinig bijzonders te melden. Met wisselend wolken en zon waren dit lichte dagen in een overwegend grauwe en lauwe winter. De waterspreeuw heb ik al met al gemist, maar ik heb me tevreden gesteld met een gele kwikstaart aan de overkant van een kanaaltje. Iedere keer dat ik omzichtig, achter de bosjes om, probeerde te naderen, vloog hij echter op om een stukje verderop weer een plekje aan de waterkant te zoeken.



We zijn eens naar de vogelhut gegaan. Aan de overkant van de plas was een groep wintertalingen, te ver weg voor goede foto's. Kuifeenden vind je altijd wel in deze contreien, maar laat ik dit paartje nu eens voor het voetlicht brengen.




Een dodaars dook op en wilde wel eens de oeverkanten naast onze uitkijkpost verkennen. Maar deze had buiten de aanwezigheid van een soortgenoot gerekend, die dit blijkbaar als zijn plekje beschouwde. Een korte confrontatie volgde waarna de nieuwkomer afdroop. Overigens wel in stijl: de veren werden opgeschut, de vleugels gestrekt en de nek gerecht; fier op weg naar een nieuwe stek.




Een paartje slobeenden vond het een boel gedoe om niets en zocht eveneens elders hun heil. Het vrouwtje van de slobeend moet het met een veel bescheidener verenkleed doen dan het mannetje. Maar zoals haar snavel oranje oplicht in de zon en passend kleurt bij de poten, daar kan hij dan weer niet tegenop!


Geen zaagbekken, geen krooneenden, geen wilde zwanen..... het was best stil in de duinen. Gelukkig zijn er nog de damherten. In de omgeving van Panneland, waar ik graag rondzwerf, trof ik als gewoonlijk veel herten aan, enigszins waakzaam als altijd, maar ook volkomen op hun gemak als altijd. In de winter treffen we op het Zwarteveld vrijwel altijd een grote troep mannetjes, terwijl de vrouwtjes zich op andere plekken verderop ophouden. Van het afschieten heb ik nog niets gemerkt en waar ik kom vallen mij nog geen verschillen in gedrag of populatie op. Dus genieten we nog maar van deze mooie dieren en de bescheiden kleuren, maar fijne tekeningen van het winterlandschap.







Ik stond een stuk lager achter een duintje toen ik deze man met zijn bastmaaltijd bezig zag. Maar hij had me in de gaten en toen er van de andere kant nog iemand anders aankwam, werd het hem teveel en liep hij op z'n dooie gemak, een beetje hautain eigenlijk, van ons weg.



In het kanaal bij Panneland zie ik 's winters vrijwel altijd een paartje (soms meer) brilduikers. Ook dit keer, maar ze zijn schuw en zijn moeilijk te benaderen. Het was te koud om rustig ergens te gaan zitten.



 8 februari, een prachtige zonnige dag. De vogels leken het voorjaar al te voelen.


Dit jaar heeft al wel een aantal zware stormdagen gekend, met name op 18 januari. De gevolgen waren ook in de AWD overal zichtbaar.





Veel boomklevers en boomkruipers gezien en gehoord. Enkele goudhaantjes lieten hun ijle gepiep tussen de dennennaalden horen en een winterkoninkje scharrelde tussen het sprokkelhout.


Waar nodig worden omgevallen bomen opgeruimd, maar het meeste omgewaaide hout blijft liggen om de natuur verder zijn gang te laten gaan.



De rietkragen in het Schusterkanaal schitterden in de zon. Ergens rustte een hert, bijna onopgemerkt aan de rand van de bosjes en het gras langs het pad.




In de regen lopen we niet graag in het winterlandschap, maar onder alle andere omstandigheden kunnen we genieten van de waterleidingduinen, het wisselende licht en alle grote en kleine dingen van de natuur. Er is altijd wel iets te beleven en het verveelt nooit.
Links van het pad hielden deze mooie man en een spitser op een hoger gelegen duin de omgeving nauwlettend in de gaten. Wij stonden redelijk op afstand en ze bleven rustig liggen.



Een paar stappen verder aan de andere kant van het pad stond, een beetje zenuwachtig, een flinke groep van het andere geslacht. Ze waren zeer alert en enigszins in verwarring, misschien door de stemmen die we in de verte hoorden. Zij namen het zekere voor het onzekere en gingen ervan door.



En nu, eind februari, breekt er dan toch een vorstperiode aan. Zeer koude lucht wordt vanuit het noordoosten aangevoerd en deze kan de nachttemperaturen in ieder geval tot ver onder het nulpunt gaan brengen. De schaatskoorts verplaatst zich van de Olympische Spelen in Korea naar de dichtvriezende sloten en plassen van ons laagland. Misschien brengt dat toch nog meer watervogels deze week naar de open kanalen van de AWD.........