donderdag 11 februari 2021

Winters tuinplezier


In het zomerseizoen zijn er genoeg zaadjes, bessen en beestjes te vinden voor onze tuinvogels, maar vanaf de late herfst voeren we bij met allerhande vetblokken, pindapotten, pinda's, zaden en wat al niet meer. We zien zowel het mannetje als vrouwtje van de grote bonte specht regelmatig in de tuin. Maar zij zijn niet de enigen die gek zijn op de vetblokken. De kauwen en halsbandparkieten zijn er snel bij, schrokken wat af en dan is zo'n blok in twee dagen verdwenen!



Om ons niet helemaal arm te laten eten, hebben we een extra kooi om het vetblok gehangen. Maar die parkieten zijn zo slim en zijn niet voor één gat te vangen. Ze tillen het dekseltje van de pindahanger op om er met kop en al in te duiken, dat eet toch een stuk sneller weg dan door de spijltjes! En ze wurmen zich door het gaaswerk van de kooi heen, soms met twee tegelijk. Maar we doen toch heel wat langer met zo'n blok en zo blijft er voor de kleintjes ook nog iets te halen. Gelukkig laten de spechten zich ook niet snel ontmoedigen en weten ook zij weer een gaatje te vinden om bij het voedsel te komen. Doel bereikt!




Ons grondstation lokt naast de musjes, heggenmusjes, vinken, merels, spreeuwen, duiven, roodborstjes en mezen ook andere onverhoopte gasten. Vooral toen het wat kouder werd in januari, zagen we het muisje dagelijks over het terras heen en weer schieten en zich te goed doen aan onze dis. Ook de waterbakjes vinden steeds gretig aftrek. 

Zaterdag, zondag en ook nog maandag: vorst, harde wind en sneeuw. Het was een drukte van belang. We hebben hier steevast vier vinkenpaartjes en twee merelparen, een stuk of wat spreeuwen, zo'n twintig mussen (winter), veel kool- en pimpelmezen, een of twee heggemusjes, kauwen en eksters en soms een gaai; een stuk of twee tot vier halsbandparkieten zijn ook graag van de partij evenals de duiven. Alles wriemelt en fladdert door elkaar. Tijdens de nationale tuintelling kwam er zelfs even een winterkoninkje een korte tussenstop maken. Niet voor het eerst, maar vaak zie ik ze niet. De spechten vinden we toch nog steeds heel speciaal en ze laten zich met hun korte droge roep ook altijd horen, zodat we weten dat ze er weer zijn. Schuw zijn ze nog wel. Foto's door het raam genomen.



De vink at sneeuw van de stoel voor het raam en keek nieuwsgierig naar binnen. De duiven zitten graag op de pergola.


Daar landde de specht, het vrouwtje. Het was een terugkerend ritueel: eerst kijken of het pindapotje er nog was, dan kijken of de kust veilig was. Een schokje naar voren, een schokje naar beneden, plat tegen de pergola aangedrukt. Dan op de pot - alles nog veilig? - en eindelijk in de pot. En na de maaltijd even de snavel poetsen in de sneeuw op het dakje. 







Dit is het mannetje, rode vlek in de nek. Moet zich soms in wat bochten wringen om bij het lekkers te kunnen nu de pot wat leger begint te raken.



 













We hebben dit hele coronajaar zo genoten van onze tuin en alles wat er groeit en bloeit en leeft en de ruimte die het ons biedt. Maar nu in deze grauwe lockdown winter is het dubbel en dwars genieten en de sneeuw vind ik een welkome bonus. De vogels helpen we er wel doorheen.

woensdag 10 februari 2021

Vogels in de winterkou bij de Amstelveense Poel

Zondag sneeuwstormen en code rood op de Nederlandse wegen. Maandag was het niet veel beter, maar dinsdag was er aanzienlijk minder wind en bleef het droog. Wij maakten een ochtendwandeling naar de Amstelveense Poel onder een wolkenhemel, waar de zon allengs meer doorheen zou komen. Bij een dikke wilg vonden we een zanglijster die op en rond de boom zijn kostje bij elkaar zocht. Een roodborstje scharrelde er eveneens tussendoor en even later dook er een koperwiek achter de lijster op. Prachtige vogels die zich nu gemakkelijk op vrij korte afstand lieten fotograferen. Ze waren wel alert, maar werden niet onrustig van onze aandacht.










Op de terugweg vloog een troep van zo'n 15 tot 20 krakeenden over ons heen en even later landde er een grote vlucht eenden, die zich voegde bij de meeuwen die daar al op de dunne ijslaag zaten. Wat dichterbij en inzoomend bleek het om zo'n 200 slobeenden te gaan. Mooi! Die heb ik hier nog nooit in zulke grote aantallen gezien. Ik ontdekte er ook nog de gele koppies van een paar smienten tussen.





In het wak bij het gemeentehuis hadden verschillende watervogels zich verzameld, o.a. maar liefst zes futen.