Iets na half tien vertrokken we voor een dagtochtje naar Cirque de Navacelles. Via Brissac reden we naar Ganges om voor de brug over de Hérault naar links af te slaan over een smalle weg die al snel verder de loop van de Vis zou volgen. Het is een prachtige omgeving en op gegeven moment konden we de auto kwijt op een ruime, nog bijna lege parkeerplaats, waar je gemakkelijk toegang tot de rivier kon krijgen. Daar bleek een flinke waterval te zijn en voor wie wilde zwemgelegenheid.
Madières is een klein dorp, eenzaam, hoog boven de rivier gelegen tegen de steile hellingen van de bergen.
Enkele huizen met moestuinen, diep langs de weg, maar wel met bossen lavendel en een adembenemende hoeveelheid vlinders, vooral koningspages.
De steile helling aan de andere kant van de weg was begroeid met velerlei geurige kruiden en ook hier wemelde het van de vlinders en andere insecten. Ik kan er nooit genoeg van krijgen!
Hier sloegen we rechtsaf en de D48 ging in haarspelden steil omhoog, wat al snel resulteerde in een mooi uitzicht over de gorges van de Vis, Madières en de waterkrachtcentrale.
Eenmaal boven op het plateau bereikten we ruige graslanden met vele bloemen als kogeldistel en andere distels, gele euphorbia, bloeiende bramenstruiken. Dus: luilekkerland voor vlinders!
De grote boswachter heeft heel donkere bovenvleugels, met alleen een lichte rand. Dat is moeilijk vast te leggen, want zodra ze zitten klappen ze de vleugels dicht. Het dambordje komen we overal tegen, maar het is toch een schoonheid?!
Op de afslag naar Cirque de Navacelles zie je dit landschap, een weidse hoogvlakte van ruwe gras- en weidelanden met verspreide bossages. Hier en daar een kudde koeien.
Het zijn geen mooie foto's, want dichterbij lopen in het open veld heeft wegvliegen tot gevolg. Maar ook bij de camping had ik al eens in de verte een Roodkopklauwier gespot en nu ook hier, dus vooruit maar.
Bij de Cirque zijn kersverse paden, picknickplaatsen, informatiepanelen en uitkijkposten aangelegd. Het restaurant was net een week open en de (grote!) parkeerplaats nog niet eens helemaal af. Men heeft hier veel moeite gedaan voor de toeristen.
In krappe S-bochten gaat de weg steil omlaag naar het dorp. Het was echter al ver in de middag en wij besloten na een wandelingetje in deze omgeving en een lekkere salade op het terras, via een kortere route naar de Vis terug te rijden.
Via Blandas reden we nu naar Montardier. Onderweg zagen we deze kring van menhirs en omdat het veld toegankelijk was, hebben we natuurlijk even een kijkje genomen.
Deze twee stenen vormden als het ware de poort tot de kring. Een hoge dolmen, omgeven door buxushaagjes vormde het middelpunt.
Montardier
Via de D113 door het mooie heuvellandschap naar St Laurent-le-Minier om daar weer bij de Vis te komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten