zondag 15 september 2013

Domaine d'Anglas: langs, op en in de Hérault


Het was heerlijk om met de camera de zijstroom van de rivier te verkennen. Vele soorten bomen, planten en bloeiende bloemen trokken even zovele soorten insecten en vogels aan. Wat de vlinders betreft waren daar aan de waterkant vooral witjes, waaronder het klein geaderd witje, en citroenvlinders.



 
Maar wat ik hier nu weer zo leuk vond waren bijvoorbeeld de vele soorten kevertjes en torren. Het rode kevertje boven herleid ik tot een populierenhaantje, maar zeker weet ik dat niet. Zonder twijfel is deze kleine blauwe schoonheid een Hopeia Coerulea (fam. bladsprietkevers Scarabaeidae).



Meteen de eerste dag werd ik verrast door de talrijke aanwezigheid van deze kleine torretjes met hun prachtig blauw fluorescerende schildjes. Dit zijn allemaal mannetjes, de vrouwtjes schijnen onaanzienlijk bruin te zijn en ondergronds te leven. Het zijn vochtminnaars die voornamelijk aan de oevers van rivieren te vinden zijn. Misschien daardoor dat we ze na twee dagen niet meer gezien hebben: op onze dag van aankomst had het stevig geregend, daarna werd het weer droger en warmer.
Ze lieten zich gemakkelijk benaderen zonder ook maar de geringste tekenen van vluchtgedrag. Dat was een mooie gelegenheid voor wat macro-opnamen.



In het zachte ochtendlicht kan zelfs de eenvoudigste bloem prachtig zijn.







In het water dreven hier en daar grote velden Vlottende waterranonkels en die trokken veel waterjuffers aan.






Deze libel heb ik niet met zekerheid kunnen herleiden en is dat een nimf van de eigen soort...? De groene sabelsprinkhaan vonden we ook in het water, maar die hoort daar niet thuis. We hebben hem van de verdrinkingsdood gered, maar eenmaal op het droge bleek hij een achterpoot te missen en wat dat voor de overlevingskansen betekent, weet ik niet.Lopend over de rotsbanken vliegen de grijze sprinkhanen je overal om de oren en alleen dan zie je de prachtig rode onderzijde van hun vleugels.




  kleine tanglibel



In de zijstroom waren allemaal dammetjes gebouwd en dat was gedurende de hele dag een geliefde plek voor vele vogels om te komen baden en drinken. Zwermen vinken, putters en vele vliegenvangers, maar een enkele keer zag ik ook een gele kwikstaart. Echt dichtbij kon ik niet komen en ik moest me wat verdekt opstellen achter een wilgenbosje, want bij het minste of geringste: woesj..... vloog de hele troep de boom in. Andere vogels lieten zich nog minder in de kijker vangen, maar wel hebben we ook een ijsvogel gezien, altijd verrassend, altijd mooi.




In het water huisden niet alleen vissen en kikkers, maar ook veel kreeftjes. Als je eenmaal weet waar je ongeveer moeten zoeken, vind je ze gemakkelijk. Mijn vermoeden dat hier waterslangen zouden zijn, werd pas op onze laatste dag bevestigd. Wellicht zijn er ook andere soorten, maar deze Adderringslang gleed voor me door het water en koos het hazenpad tussen de beplanting op de wal. Het is een lange slang, behorend tot de gladde slangen. Niet giftig, maar kan bij bedreiging wel bijten.


Soms kun je zomaar vroeg ontwaken en als je dan bij het opkomen van de zon, als alles en iedereen nog heel stil is, naar de rivier loopt, kun je heel stil genieten. Dan doet een specht met zijn gehamer de eerste oproep tot actie, een zwartkop heft zijn eerste zang aan en een parelmoervlinder warmt zich in de eerste zonnestralen.








Geen opmerkingen: