's Morgens bleek er een achtergebleven op de muur, in gezelschap van een nachtvlinder. Met wat zoekwerk kwam ik tot de conclusie dat dat een witte tijger moest zijn. Koninklijk voorkomen, vind ik.
Voor de campingbaas was het geen enkel bezwaar als we eerst nog een wandeling gingen maken en later dan 10 uur weggingen.
Dus trokken we de wandelschoenen nog een keer aan en trokken het bos weer in, nog even naar de vennen, de vogels en de vlinders.
Rond het ven en in de dennenbomen aldaar, zitten heel veel vinken. Ik meen ook twee keer een distelvink te hebben zien wegvliegen, maar steeds te snel om daar zeker van te zijn. Nu kreeg ik echter een geelgors in de gaten, die in lage struiken bij het ven scharrelde en vandaar weer de hogere bomen opzocht. Mooi vogeltje en hij weet van zingen.
Door het bos liepen we naar het andere open veld. Aan de bosrand zaten jonge vogels elkaar vrolijk achterna met een tempo en behendigheid, die ik met de camera niet kon evenaren. Dit veld is geheel ingesloten door bomen en aan het eind ligt weer een ven. Het ven zelf is niet diep en in de kale grond ervoor stonden uit nattere tijden nog pootafdrukken van reeën, maar de aarde was nu kurkdroog en keihard. We hoorden een enkele kikker en zagen veel libelles, maar verder niets bijzonders.
Vanuit het bos kwamen we weer op het grote veld, waar de Schotse hooglanders lopen, indrukwekkende beesten. Boven de heuveltjes en het pijpestro staken - bijna onopgemerkt - nog een paar reeënoortjes, maar de dames hadden ons al lang in de gaten en gaven ons het nakijken toen ze het bos insnelden. Een mooi afscheid van een prachtige omgeving, waarvan we de afgelopen dagen veel genoten hadden.
Adieu Uffelte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten