maandag 16 mei 2011

5 mei: Dwingelderveld

De dag begon fris na een koude nacht, maar de zon scheen en de temperaturen zouden snel oplopen. Rond de middag gingen we met de auto naar het bezoekerscentrum Dwingelderveld bij Ruinen aan de rand van de Benderse Heide. Daar op de fiets gestapt, reden we het pad dwars over de Dwingeloosche Heide. Bij de sterrenwacht werd steeds door iemand uitleg gegeven en zeker Rob vindt dat altijd interessant.
Vandaar gingen we linksaf en reden op de rand van heide en bos langs de Davidsplassen totdat we via een zandpad naar de vogelkijkhut konden lopen.




Daarbij kwamen we langs een klein, intiem gelegen vennetje. Veel waterplanten en groene kikkers.



Een citroenvlinder.
De vogelkijkhut bood een mooi uitzicht over de Davidsplassen, maar behalve een paar eenden, libellen en vlinders was er niet veel te beleven.
Dus stapten we weer op ons fietsje en vervolgden onze weg door de bossen. Bij de Paasbergen gingen we rechtsaf en reden over de Bosrand en voorbij Lhee op de rand van bos en bouwland met verspreide boerderijen, waarvan sommige prachtig, soms oud, soms vervallen.
Zo kwamen we deze traditionele boerenschuur tegen met daarachter een mooie oude boerderij op een groot erf met veel boomsoorten en een boomgaard voor het huis.





Voorbij Lhee zijn we de bossen weer ingereden tot het Koelevaartsveen. Op dit deel van de weg reed groot werkverkeer af en aan, omdat men hier bezig is om voormalige landbouwgronden midden in het natuurpark weer te veranderen in natuur en daarmee het gebied ook weer natter te maken.


Ik liep een stukje langs de oever om kikkers en libellen te bekijken, toen geritsel in het dorre blad mijn aandacht trok: vlak voor mijn voeten trok een slang zich behoedzaam onder de begroeiïng terug. Ik was te verrast om hem goed te observeren, maar hij zag er (grijs)zwart uit met wat dofgele tekening op de rug. Geen ringslang, die herken ik aan de opvallend gele ring achter de kop. Wellicht een adder?
Waar het fietspad afboog, zagen we links van de weg ineens een ooievaar in een watertje, dat het nieuwnatte resultaat lijkt van het huidige natuurbeheer. Hij scharrelde er blijkbaar met succes een maaltijd bij elkaar.

Rechtsaf gingen we vervolgens en kwamen op een mooi stuk heuvelachtige heide met veel jeneverbesbomen, waar allerlei soorten vogels leken te zitten. Tijd voor een pauze op een lekker zonnig bankje en een verkenning van het terrein.


Het vervelende van die vogels is dat ze zo beweeglijk zijn: lastig in de lens te vangen! Zo vloog een prachtige goudvink net op het moment van afdrukken op en liet niet meer dan een mooie roze veeg achter op de foto. Maar toen ontwaarde ik ineens een beweeglijk rood achterwerk onder de jeneverbesstruiken. Het rode staartje verdween echter weer, maar nam gelukkig even later rustig en zichtbaar plaats op een kale tak. Het bleek een Gekraagde Roodstaart en wel de vrouwelijke variant. Het mannetje met de zwarte kop had ik immers eerder in ons Uffelter campingbos gezien?!
Een stukje verderop was weer een mooi vennetje en we zagen er slobeenden en dodaars.
Aan de andere kant van het fietspad lieten we de grote Holtvenslenk links liggen, maar toen we bij het Holtveen met de vogelobservatiewand kwamen, moesten we toch nog stoppen voor een blik op de plas.
Hier waren veel meeuwen, maar ook verschillende geoorde futen. Altijd leuk om die bezig te zien: stukje zwemmen, een snelle duik.....opletten waar ze weer boven komen....bek vol met ....wat? En weg is ie weer onder water.  Zo rap.



Als we nog eens naar het Dwingelder Veld gaan, beginnen we aan deze zijde, bij de Kraloër Heide met dit prachtige vennengebied, dat we toch boeiender vonden dan de bossen aan de noordzijde.
Toen we bij Anholt bij 't Olde Posthuus aankwamen, konden we de verleiding niet weerstaan op het terras de benen te strekken met een biertje met een lekker blokje kaas erbij.
Het laatste stuk fietsten we door een mooi boerenlandschap terug naar de parkeerplaats.
De kou was definitief uit de lucht, zodat we lekker buiten, voor de tent, een hapje konden eten.
's Avonds liepen de reeënweer in de wei voor de camping. Een grasmus floot in de braamstruiken zijn avondlied en de zon ging langzaam onder. Het was een prachtige dag geweest. 





Geen opmerkingen: