dinsdag 3 juni 2014

Eijsder Beemden: Oostereiland en omgeving


Wanneer ik bij de hoofdingang van de Eijsder Beemden (Kasteellaan) voorbij de bomen rechtsaf sloeg en langs de bosrand liep, zag ik altijd veel konijntjes die zich langs het pad tegoed deden aan het malse voorjaarsgras. Bij nadering zochten ze dan snel dekking in de bosjes. Een enkele stoutmoedige bleef wel eens rustig zitten achter een hoopje aarde. Zowel in de Eijsder Beemden als in het bos van Kasteel Oost en omgeving zijn heel veel konijnen.


Een aarden dam vormt hier de verbinding met het Oostereiland. De oevers lopen geleidelijk af met waterplanten en allerlei planten- en boomresten in het water, waar de kikkers, die ik af en toe hoorde, een goede schuilplaats vonden en ik heb ze dan ook niet kunnen zien. Het zijn blijkbaar ook goede paaiplaatsen en dat biedt altijd weer een fascinerend schouwspel.



Vandaar kun je over het hoger gelegen graspad langs de Maasoever lopen - we bevinden ons in het grensgebied van Nederland en België - maar leuker vond ik het om door het natte wilgenbos beneden langs de geul te banjeren.



Hier en daar kon ik bij de oever komen en dan doe je soms verrassende ontdekkingen: behalve een zwanennest op het eilandje en een meerkoetennest op een boomstam lag er een heel stel schildpadden in het zonnetje onder het toeziend oog van een aalscholver. Het waren er minstens 10 (roodwangschildpadden?) en een andere zagen we op het eilandje voortsukkelen.





Velden vol Look-zonder-look staan hier onder grote wilgenbomen. Verderop kun je rechtdoor een draaihekje de landpunt oplopen, maar naar rechts is een dam naar het Oostereiland, waar onderdoor een waterverbinding is van de watergeul met de Maas. Je ziet hier vaak een behoorlijke stroming, ook richting Maas en dat vond ik wel vreemd. Dat schijnt echter weer alles te maken te hebben met de sluizen bij Lanaye.
De overzijde van de Maas biedt met zijn hoge kalkstenen wanden een geheel andere aanblik dan de oevers aan deze kant.
De eerste dagen had ik in de beemden tot mijn teleurstelling nog niet veel vlinders gezien, behalve talrijke witjes, een enkele dagpauwoog en kleine vos. Maar toen ik na een paar dagen hier in het zonnetje over de dam liep, trof ik verschillende andere soorten aan op de bossen Look-zonder-look. Later meer daarover in een apart blog. Nu vervolgen we onze wandeling over het Oostereiland.
Duidelijk is dat hier recentelijk flink gekapt is.
 


Veel ruige begroeiïng van bramenbossen, brandnetels, kaderbollen; veel wilgen en populieren,  maar ook nog wat lieflijker bloesembomen en Gelderse Roos met prachtig witte bloemschermen, vlierstruiken en kornoelje met net ontluikende bloemschermen. Kortom ook een prima leefomgeving voor veel vogels, waar ze zich goed kunnen verstoppen voor het oog van de camera! 


Op de kop van het Oostereiland zijn alle grote bomen en heel veel struiken gekapt, omdat bij hoge waterstanden het Maaswater niet gehinderd moet worden. Om te voorkomen dat de paarden en runderen op het eiland bij overstroming komen vast te zitten, kan de dam 's winters voor de dieren worden afgesloten. 
Dit is een geliefde plek voor veel zwanen en dat leidt nog al eens tot schermutselingen. Uitzicht op de camping (en ons plekje helemaal links) aan de overkant. 





Bijna terug bij de toegangsdam hadden we van deze zijde een beter zicht, dichterbij, op de schildpaddenkolonie. In het rapport Maasinbeeld las ik dat al sinds 1990 bekend is dat de Roodwangschildpad hier voorkomt. In 2007 bleek er behalve de Roodwangschildpadden ook een Geelwangschildpad aanwezig. Hoe deze dieren hier gekomen zouden kunnen zijn (niet inheems) verklaart het rapport niet. Ik heb er zeker 10 geteld . De rode wang kan ik niet goed ontwaren, maar ze hebben wel een mooie tekening en prachtige oranje buikschilden.





Geen opmerkingen: