De afgelopen dagen (zie vorige blogs) hadden we nog regelmatig flinke zonnige perioden tussen de buien door gehad. Deze maandag begon al grauw en dat zou er niet beter op worden. We besloten voor de voorspelde regen van 1 uur nog een wandelingetje door het Gerendal te maken. Persoonlijk vind ik het Gerendal een van de mooiste plekjes in Zuid-Limburg en ondanks de koude en sombere weersomstandigheden hebben we ook dit keer weer genoten.
Aan de overkant van Kasteel Genhoes zijn we de heuvels ingelopen.
De hogere bermranden langs de akkers staan vol kruiden, waarvan de meeste nog niet bloeiden. Maar euphorbia lichtte mooi groengeel op in het gras. Fumaria officinalis oftewel gewone duivekervel lijkt wel een beetje op holwortel en behoort evenals deze tot de papaverfamilie. Deze kleurt prachtig lilaroze.
Eenmaal boven voerde een holle weg weer naar omlaag en we waren wel blij met deze beschutting, want het was zo koud dat winterjassen en zelfs mutsen beslist geen overbodige luxe waren. 25 april!!
Hier troffen we ongeveer dezelfde bloeiers aan als bij het Savelsbos. Hier en daar wat daslook, bosanemonen, grote muur, oxalis, prille salomonszegel. Overal sporen en paden van dieren en hier en daar een hol; dat maakt me altijd nieuwsgierig - dassen, maar we troffen niet zoveel uitgangen aan.... vossen....?
Een torenvalkje balanceerde met behulp van staart en vleugels op het uiterste takje van een dun boompje om in de wind in evenwicht te blijven. Het dier was absoluut niet onder de indruk van onze (voorzichtige) nadering en ik vond het nu wel jammer dat ik mijn telelens niet had meegenomen.
Het pad ging verder langs de weilanden. Deze weiden en hagen vormen blijkbaar een favoriete plek van kneutjes. Evenals bij eerdere wandelingen vlogen er hele troepen op uit het gras om even plaats te nemen op de afrastering; dan weer met elkaar de lucht in om op een ander stekkie te landen.
Het altijd mooie Gerendal. De orchideeëntuin zou pas op 1 mei de hekken openen en dus moesten we ons tevreden stellen met het vrolijke geel van vele narcissen en sleutelbloemen op de hellingen, een feestelijk tintje temidden van al dat regengrauw en knalgroene gras.
Boomgaarden in de combinatie zoals die vroeger gewoon was: hoogstamfruit in weiden met vee.
Gevlekte aronskelk liet niet meer dan de eerste bloempuntjes zien.
Ik verfoei de slakken in mijn tuin, maar ik heb een soort van zwak voor de wijngaardslak. Mooi, bijna doorschijnend wittig en dan die sierlijke flanken....... En ze horen hier thuis, in dit bijzondere landschap.
Bossen op kalkgrond komen in ons land niet veel voor en bieden daardoor plaats aan bijzondere plantensoorten. Vroeger kapten de streekbewoners hout in delen van deze bossen voor thuisgebruik. Zo ontstonden er lichtere plekken in het bos, die deze bijzondere flora mogelijk maakten. Het donkersporig viooltje en veel verschillende orchideeënsoorten zijn daar een voorbeeld van. Natuurmonumenten beheert in deze omgeving enkele hellingbossen, zoals het Oombos waarlangs wij liepen, als hakhoutbos in vervolg op de traditie.
De bodem langs het pad aan de voet van de hellingen was op een bepaalde plek nagenoeg geheel bedekt met dit kruidgewasje. Lichtgroen blad en piepkleine, onaanzienlijke witgele bloempjes. Ik ken het plantje niet en heb helaas ook nog niet gevonden welke dit is.
We hadden onze wandeling al ingekort toen het begon te miezeren. Tegen de tijd dat we terug bij het startpunt waren, kwam het water met bakken uit de lucht. Van de vele kneutjes voor ons neus in de heggen viel geen behoorlijke foto meer te maken en ook de geelgorzen hebben we in de regen achter ons gelaten. Droog zou het deze dag niet meer worden en de regen zou zelfs nog plaats maken voor hagel en enige natte sneeuw. Op onze kampeerplaats was het soppen en we waren blij dat we de volgende twee dagen bij familie thuis zouden logeren. Maar - weer of geen weer - deze dag hadden we in ieder geval nog even van het mooie Gerendal kunnen genieten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten