donderdag 21 april 2011

7 april: De Hors

8 uur 's morgens nog even de kachel aanzetten, want het was, zeker in de nacht, nog steeds fris weer. Maar de zon scheen al en ik werd verrast door konijn voor het raam. Dat is toch mooi opstaan?!
Rond een uur of half 11 vertrokken we richting Den Hoorn. Vanaf het Oude Dijkje rechtsaf de Nieuwlanderweg op, waar we in verschillende graslanden groepen van wel 20-30 wulpen zagen fourageren. Ik had wel eens enkele wulpen hier en daar gezien, maar nog nooit zoveel bij elkaar. Mooi.


Vanaf Den Hoorn zijn we naar de Mokbaai gereden. Eerst een stuk langs de noordzijde en toen terug om de baai heen om tenslotte bij de Horspolders te parkeren.
De Petten is een mooi natuurgebiedje, waar we een heleboel kluten zagen, vooral op de schelpenbanken en de eilandjes. De stevige wind blies het water tegen de eilandjes en de vogels stonden met de kop naar de wind.                                                    
Een ander eilandje zat vol grote sterns en  verder waren er ook veel kokmeeuwen, een paar mantelmeeuwen en enkele berg- en wilde eenden.
In de Mokbaai was er door de vloed nog niet veel ruimte voor vogels. Op een lange smalle strook die boven water was, stonden tientallen scholeksters in een rij, alsof ze in het gelid waren opgesteld.

Verderop bivakkeerden veel meeuwen en een flinke groep grutto's in gezelschap van wat bergeenden.
Een eenzame kluut had een een heel stuk land voor zichzelf en twee sterns hadden samen niet veel ruimte nodig om hun avances te maken.
Vanaf het uitzichtpunt over de Geul zagen we veel aalscholvers - in hun nesten in de bomen of rustend op een stuk hout. Er waren slobeenden en wat andere eendensoorten en ganzen, maar van de lepelaarskolonie zagen we slechts enkele opvliegende exemplaren. In de bossages rondom ons floten en kwetterden overal de zangvogels en ver en hoog in de lucht zweefde een roofvogel. Toen we eenmaal op de uitkijkpost bij de Horspolders stonden, zagen we deze weer zweven boven de rand van het meer en de rietvelden.

Ons vermoeden dat het een bruine kiekendief was, werd later bevestigd. Deze hadden we beiden nog nooit gezien en eenmaal op het blauwe paaltjespad besloten we rustig op een heuveltje te gaan zitten en deze jongen (ja, het was een mannelijk exemplaar!) eens te observeren. De zon scheen en maakte het alleszins aangenaam om zo onze tijd door te brengen.


Een fitis liet zich vangen in de lens. Toen die even stil was, streek er een heggemus naast hem neer en begon op zijn eigen wijsje om aandacht te vragen. 

Fazanten brengen minder melodieuze geluiden voort. Hun roep zouden we nog vaak horen, maar op dit moment bewogen ze zich heel stil en op hun hoede tussen het hoge gras.


Aan de overkant van de watergeul had een blauwborst
onze aandacht getrokken: hij ging druk van de ene boom naar de andere, van de ene tak naar de andere en zette dan zang in die tot ver te horen was. Wij wachtten stil af en hadden het geluk dat hij toen ook in een boom dichterbij een stekkie vond dat hem blijkbaar wel beviel.

 

Dit is zo'n prachtig gebied, waar de duinen overgaan in moeras en rietlanden, waar overal het hoogste lied van de zangvogels te horen is, meeuwen je vanaf een hoog duin hooghartig in de gaten houden en de onmiskenbare roep van de roerdomp uit het riet klinkt. Het lijkt wel een scheepshoorn! Deze lieten zich natuurlijk niet zien tussen al dat riet en ze zullen ook meer aan de waterkant gestaan hebben, ver buiten ons gezichtsveld. De gele wollige katjes vormden een perfecte kleurenmatch met deze gele zanggast. Ik weet niet zeker over welke vogelsoort ik het hier moet hebben, maar is hij niet mooi?!

Via het gele pad en vervolgens weer de verharde weg tussen de twee meren door, hebben we het Horsmeerrondje voltooid. Bij de auto keken we nog eens uit over de inmiddels gedeeltelijk drooggevallen Mokbaai en daar bleek weer een (of dezelfde?) kiekendief te jagen. Vanaf ons iets hogere standpunt konden we nog wat betere foto's maken. We hebben genoten van deze wandeling en keerden voldaan naar huis terug.




Geen opmerkingen: