Op het oude kerkje in het dorp was een nest gebouwd rond het kruis. Het kerkhaantje leek daar wel protest tegen aan te tekenen.
Als rechtgeaarde ooievaar verbaas je je daarover en krab je je maar eens achter de oren over zo'n opgewonden standje.
Afgezien van motieven als bescherming van een inheemse vogel zullen economische motieven dan ook niet vreemd zijn aan de inspanningen om de ooievaar als soort in de Elzas te willen behouden.
In 1974 schijnen er nog maar 9 broedpaartjes geweest te zijn. Met de vaststelling dat de grootste gevaren voor deze beesten schuilden onderweg naar Afrika tijdens de trek, heeft men voor een beschermingsprogramma gekozen, waarbij de natuurlijke instincten van de ooievaar om naar het zuiden te trekken, worden onderdrukt. De jonge ooievaars worden tijdens hun drie eerste levensjaren vastgehouden en schijnen daarna in vrijheid in de Elzas te blijven. Ze kunnen daar goed overwinteren. Ik heb ergens gelezen dat deze aanpak en de resultaten niet geheel onomstreden zijn, maar in 1997 (informatiebord in Eguisheim geeft geen recentere cijfers) schijnen er weer 220 paren geweest te zijn.
De ooievaaropvang in Eguisheim bevond zich tegenover de camping en het was dus niet zo vreemd dat de ooievaars zo veelvuldig in onze omgeving te vinden waren. Ook in verschillende andere dorpen verwezen borden naar de ooievaaropvang ter plekke. Hoeveel dat er zijn, weet ik niet.
Zelf vind ik ze het mooist als ze in volle breedte vrij in de lucht zweven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten