Verder fietsten we over een fietspad langs (natte) weidegronden en lage duinen waar we behalve paarden ook een schaapskudde onder begeleiding van herder en hond tegenkwamen. We zijn ergens (bij de Zandput?) even naar het strand afgeslagen. Een jonge heggenmus zat zijn verenkleed te poetsen en op te schudden. Het leek of hij gedag zwaaide. Op de terugweg naar het doorgaande fietspad werden we verrast door een aantal damherten. We zijn de dieren wel gewend van de Waterleidingduinen, maar dit was een leuke, onverwachte ontmoeting. Mooi die zachte bastgeweien!
De omgeving van Vrouwenpolder ademt aan alle kanten strandtoerisme. Het dorp zelf is gezellig en in het centrum staat de Pelgrimskerk, een mooi monumentaal kerkje uit 1622.
Vanaf Vrouwenpolder ging het fietspad over de Polredijk, min of meer langs het Veerse Gat. Onderweg kwamen we bij een hek dat toegang bleek te geven tot een duikplaats. Nieuwsgierig als altijd zijn wij de dijk opgelopen naar het Veerse Gat - niet met duikaspiraties maar wel om even te genieten van weer een prachtig stuk natuur, waar ganzen, eenden en reigers zich veilig voelden bij de ondiepe plassen en waar wat koeien en schapen in het drasland tussen de dijken graasden. Hele families zwaluwen scheerden over het water en langs de dijk en vonden een rustplaats in de bramenstruiken, rietzangers lieten hun welluidende zang klinken vanuit de topjes van de vlierstruiken en andere bomen, een atalanta zette eitjes af op de brandnetels.
Iets verderop aan de Polredijk is aan de overkant van de weg een uitkijkpunt en vertrekpunt voor een wandeling in het gebied van de Veerse Kreek en Vesten. De informatie op de panelen belooft een mooie wandeling in een boeiend stuk natuur, maar dat bewaarden we voor later.
Veere is een prachtig stadje! We hebben er een tijdlang op ons gemak rondgedwaald en veel foto's genomen. Daarom heb ik er een aparte post van gemaakt en vervolg ik hier onze fietstocht.
We verlieten Veere waar we waren binnengekomen en sloegen linksaf de Kreekweg op. We vervolgden de Kreekweg naar rechts en staken de Botjeszeekreek over. Het is een vrij van de weg liggend fietspad door bossen en landerijen en een leuke route naar Gapinge. Al van verre zagen we de molen van Gapinge.
De naam de Graanhalm verraadt al de functie van korenmolen. De molen is van 1896 en werkt nog steeds. Op dagen dat de molen draait en op zaterdagen is hij open. Er wordt ook meel verkocht. De geschiedenis van de Torenkerk gaat verder terug en wel tot begin 13e eeuw. De toren dateert uit begin 1400. In de tweede helft van die eeuw kwam het koor erbij en later is er nog wat uitgebreid. Bij de kerk hoort ook een kerkhof en een pastorie. Gapinge is een aardig dorpje, een van de kleinste van Walcheren
Bij Brasserie de Olmen hebben we op het terras van een heerlijke (verlate!) lunch genoten, voordat we het laatste stuk via Serooskerke naar onze camping in Oostkapelle terugfietsten. Het weggetje was inmiddels bekend, maar de bloemenranden stonden er nu stralend bij en lokten vele insecten en verschillende vlinders, met name dikkopjes.
Onder de zon oogt het landschap toch heel wat vrolijker dan op zo'n druilerige dag, zoals toen we hier de eerste keer reden. Daarmee is het verhaal wel rond, want onze vakantie zat er na vier weken nu wel op. Deze laatste week in Zeeland hebben we ook weer genoten van al het mooie dat Walcheren te bieden heeft. Maar nu wordt het tijd om de fietsen weer op- en de tent weer in te pakken en naar huis te gaan.