Roeloomskamp ligt temidden van weiden en akkers en grenst aan de boswachterij van Grolloo. Vanaf de camping loop je zo naar het bos.
De natuur loopt zo'n drie weken achter door het koude voorjaar. De bomen stonden er nog maar kaal bij en het eerste groen begon mondjesmaat tevoorschijn te komen. Wel bloeiden de wilgen- en berkenkatjes en sommige bloesems, de krentenboompjes stonden op springen.
Het zal aan die ligging te midden van bos en veld te danken zijn dat er zoveel vogels op de camping zijn. In het gras scharrelden altijd wel spreeuwen, mussen en witte en gele kwikstaarten rond. In en onder de heggen was altijd wel een winterkoninkje te vinden, soms een bonte vliegenvanger. De bomen werden veelal luidkeels bewoond door vink, fitis en tjiftjaf, afgewisseld met een kneutje en merels. Verder weg hoorden we lijsters en spechten. Voeg daaraan de paarden met hun veulens, die later die week in de wei kwamen, aan toe, dan snap je dat het er hier vrolijk aan toe ging.
de enige koning die wij op 30 april hebben gezien, was de winterkoning en ik houd wel van deze vorstelijke vogel
De camping maakt deel uit van de paardenfokkerij en mennerij, tevens pension van Erik en Janny Schaaphok en hun kinderen. Deze schimmel en haar veulen (van maart) waren helemaal blij dat ze de wei in konden, alle energie kwam vrij. Je hoeft geen paardenliefhebber te zijn om hiervan te kunnen genieten, prachtig om te zien!
Deze kleine is nog jonger. Het viel me op dat beide veulens nog zo hoog op de benen staan dat ze deze moeten buigen en wegzetten om te kunnen eten.
Een keer ben ik er al vroeg in de ochtend op uit getrokken, omdat Janny me verteld had dat er hier veel reeën rondlopen. De rijp stond op het gras, maar de zon kleurde de velden. En inderdaad: in de verte een viertal reeën. Maar ze hadden mij al snel in de gaten en ze zijn zo schuw dat ze er vandoor gingen, hoewel ik achter de bosrand en op grote afstand bleef.
Deze geelgors huppelde rond in de houtwal en was minder schrikachtig aangelegd. Rond en op de akkers zijn veel geelgorzen en kwikstaarten te vinden.
In het bos bonte vliegenvangers.
Terwijl ik bij het ven voorzichtig de bosjes insloop op zoek naar deze kleine zanger, werd ik opgeschrikt door een stel reeën die vlak naast me uit het bos vluchtten, waarschijnlijk geschrokken door de klik van het fototoestel. Eén dook het ven in en had nog moeite er weer uit te komen, een ander vluchtte de andere kant op, het vrije veld in.Vermoedelijk hebben ze vlakbij in de bosjes gelegen en heb ik hen verstoord. Ongewild, maar ik heb ze volledig over het hoofd gezien tussen het bruine gras en bruine blad op de bosbodem, bovendien meer met mijn neus in de lucht op zoek naar vogels. De foto's zijn door de wederzijdse verrassing meer de weergave van de snelle actie en reactie dan fraaie plaatjes, maar in ieder geval wel een herinnering aan deze belevenis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten