Zaterdag 8 mei. Vandaag wilden we het gebied ten zuiden van Borger en een stukje van de veenkoloniȅn op de fiets verkennen. De weersomstandigheden waren niet echt stabiel.Via Drouwen fietsten we de kortste route langs de N34 naar Borger. Borger telt maar liefst 11 hunebedden, waaronder ook de grootste, en wordt wel de hunebedhoofdstad van Nederland genoemd. En als klap op de vuurpijl is er ook nog een Hunebedcentrum. Dat is een soort pretpark in prehistorische sfeer, dat de nodige bezoekers trekt, zelfs op een druilerige coronadag.
De middeleeuwse kerktoren kijkt door de eeuwen heen ongetwijfeld op een ander soort levendigheid terug dan zich tegenwoordig gewoonlijk rond de winkels en vele terrassen in het centrum van Borger zal afspelen. Nu mochten de terrassen weliswaar weer open, maar alleen tussen 12.00 en 20.00 uur, dus dat was nog even niet aan de orde.
Met een verse versnapering van de warme bakker voor onderweg vervolgden wij onze fietstocht (22) richting Ees. De bossen van Exloo vormen een afwisselend geheel. Daar zagen we op verschillende plaatsen ook de mooie keienwegen, die bij aanleg van het bos gemaakt zijn van veldkeien die in oude tijden vanuit Scandinavië zijn meegevoerd.
Een hunebed, een mooie schuilhut. Wij fietsten naar knooppunt 24 en vandaar een stuk langs de autoweg naar Odoorn. Het stuk door boswachterij Odoorn lieten we voor wat het was, omdat het wolkendek steeds dikker werd.
Odoorn (knooppunt 38) oogde vriendelijk. Een afhellend zijstraatje vanaf de Hoofdstraat maakte ons nieuwsgierig en zo ontdekten we de lager gelegen Eendenkuil en enkele oude boerderijen. Om de vijver heen terug naar boven kwamen we op het plein waar de Margarethakerk en een stijlvol transformatorhuisje markante bouwwerken zijn.
De oorspronkelijke Odoorner kerk dateerde uit de 12e eeuw. Voor de bouw zijn veldkeien en stenen uit oudere hunebedden gebruikt. Die kerk is evenwel rond 1850 afgebrand.
Voor het koor aan de achterzijde van de kerk zijn opnieuw de oude stenen gebruikt. Dat is goed te zien. Het transformatorhuisje is van ca.1935 en verkeert nog wel in oorspronkelijke staat. Volgens het informatiepaneel: niet een uitzonderlijk model maar wel van bijzondere rijkdom door uitvoering en gaafheid. Wij vonden het mooi. Odoorn biedt verder alle gelegenheid voor een koffie- lunch- of ijsjespauze onderweg.
Naar 39: Valthe. Inmiddels was het gaan miezeren. Van Valthe buitenom naar Exloo (09). Links van ons de hoogten van de Hondsrug, rechts keken we uit over het vlakke dal van het veengebied. In ongeveer een eeuw tijd - van ca. 1850-1955 - werd een veenpakket van ruim 4 meter dik, gevormd in de voorlaatste ijstijd, afgegraven en zijn hier vele miljarden turven afgevoerd.
Wij zijn geen liefhebbers van die eindeloze landerijen en helemaal niet op de fiets in de regen. Ons voorgenomen rondje door de voormalige veengebieden hebben we gelaten voor wat het was en zo bogen we voorbij 09 af naar Exloo. De bossen en hoge landen begroetten ons daar weer, evenals een schuchter zonnetje. Exloo is een mooi dorp in een mooie omgeving. Maar wij hebben de schaapskooi en al het andere vlot achter ons gelaten en we zijn door het Exloër bos (>23 > 28) teruggefietst naar Borger. Een lekker ijsje was een troostprijsje voor de regen die het weer won van de zon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten