Natuurlijk waren de Oostvaardersplassen bij ons bekend, maar alleen van horen en nog nooit van zien.
Deze dinsdag na de kerst was het weliswaar zwaar bewolkt, maar droog en we vonden het hoog tijd om eens van naderbij met dit natuurgebied kennis te maken. In het bezoekerscentrum adviseerde men ons om de Driehoek - direkt naast het informatiegebouw - te lopen: een goed rondje voor een eerste kennismaking en bovendien wordt dit gedeelte in januari, als het kouder gaat worden, voor bezoekers afgesloten.
Onder het eerste bruggetje schooiden grote karpers aan het wateroppervlak. Iets verderop hadden andere wandelaars een nog actief egeltje in de berm ontdekt. Met een bek vol stro en takjes rommelde hij door de rietstengels om een nauwelijks zichtbaar holletje van hetzelfde materiaal in te schuiven. Op de terugweg was het holletje mooi dichtgemaakt met het sprokkelmateriaal, onherkenbaar voor wie niet weet. Klaar voor de winterslaap?
Het is een bijzonder, bijna spookachtig bos met veel dode bomen en halfvergaan hout. De grazers eten de bast van de boom, waarschijnlijk vooral in de winter, wanneer andere voedselbronnen niet meer aanwezig of onbereikbaar zijn. Sommige dode bomen zijn nog gedeeltelijk in bezit van hun bast en helemaal begroeid met mossen, andere stammen liggen er helemaal kaalgepeld bij. Her en der geven paddenstoelen nog wat kleur aan het geheel.
We komen de eerste konikpaarden tegen,
wat lusteloos samendrommend tussen de kaalslag
of aan de slobber in een waterpoel.
Op lakschoentjes of pumps hoef je hier niet te komen. Het pad is goed begaanbaar, maar vlak voor uitkijkpost de Zeearend is het even baggeren geblazen, met goede wandelschoenen geen probleem. Van andere bezoekers hoorden en zagen we (aan de laarzen) dat het pad na uitkijkpost de Zeearend erg drassig werd. Daarom hebben we voor vaste grond onder de voeten gekozen voor onze vervolgwandeling en niet de hele groene paaltjes route.
Een kudde konikpaarden trok door het water voor de Zeearend.
Terwijl groepen ganzen in formatie overvlogen, kwam een troep kieviten
schijnbaar ordeloos overgefladderd.
Vanuit de Zeearend is het landschap net een dambord,
een paar edelherten (niet damherten) als pionnen.
Naar links is het water bevolkt door vooral bergeenden en
wat grauwe ganzen. Op het land aan de overzijde zitten massa's
ganzen, waarschijnlijk brandganzen, maar dat kunnen we
niet helemaal goed zien.
Een grote witte reiger, waarvan we er hier vele hebben gezien,
vloog op en in de verte
bewoog zich een enorme zwerm vogels als een vage
vlek door de lucht.
Op het water tussen de rietkragen hoorden en zagen we vele smienten.
Een reiger en een aalscholver zorgden voor de variatie en op het land,
tussen het riet, graasden een klein groepje hinden.
buizerd (?)
Om vier uur begon het al behoorlijk te schemeren. Op de terugweg hebben we de auto nog even gestopt op een uitkijkplaats langs de weg. Achter het spoor strekt het Oostvaardersplassengebied zich voor je uit. Hier graasden heckrunderen en herten, schijnbaar niet gehinderd door voorbijrazende treinen. Wij vinden het een fascinerend gebied en zullen hier zeker nog vaker komen.
Informatie: Staatsbosbeheer Oostvaardersplassen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten