maandag 5 oktober 2020

Gaasterland: fietsrondje Oudemirdum - Stavoren

Op onze vorige fietstocht waren we van Wijckel naar Oudemirdum gefietst. Dit keer hebben we de auto in Oudemirdum geparkeerd en gingen we voor de verlenging: vandaar via knooppunt 16 langs de kust naar 15, vervolgens 05 > 04 > 98 Stavoren. Terug over 01 > 02 >08 > 13 > 14 en naar Oudemirdum. Het Rijsterbos hebben we gelaten voor wat het was: een in de 17e eeuw aangelegd hakhoutbos, waar het goed wandelen is. Wij reden verder langs aardige huisjes en eenzame boerderijen en een pluktuin. 


In Mirns herinnert de herbouwde klokkenstoel aan de Amerikaanse bommenwerper die in december 1943 een noodlanding maakte en daarbij de oorspronkelijke klokkenstoel en diverse grafstenen meenam in zijn val. Zeven bemanningsleden kwamen hierbij om. 





Op weg naar Laaksum. We zagen in deze omgeving veel strijdvaardige borden tegen de zandwinning in het IJsselmeer. De bewoners zijn fel tegen het industriële eiland voor de kliffen, omdat dat ten koste zou gaan van de natuur, het mooie uitzicht en de rust. Wij waren blij dat we zo van deze rust konden genieten.

Tussen Mirns en Laaxum (Laaksum - 05), net voor je de Wieldijk omhoog oprijdt, is een voetpaadje dat naar de vogelhut van de Mokkebank leidt. De hut biedt een mooi uitzicht over het IJsselmeer en de rietkragen rondom, waar volgens zeggen veel vogels te zien zijn. Maar toen wij er waren, was er behalve wat grauwe ganzen en eenden, niets te beleven. Het haventje van Laaxum wordt ook wel het kleinste vissershaventje van Europa genoemd. We vonden er een bankje in de zon, waar het ondanks de stevige wind goed toeven was om ons broodje te eten. 



Het is flink klimmen tegen het ongeveer 10m hoge klif op ter hoogte van Scharl (04). Maar we werden beloond: It Reaklif biedt een weids uitzicht over het IJsselmeer en de landerijen - in de verte ligt Stavoren. Het Rode Klif is evenals de andere kliffen in de ijstijd ontstaan en dankt zijn naam aan het roodachtige leem. Ook de grote zwerfkeien zoals je die in Gaasterland wel meer ziet, zijn overblijfselen uit die tijd. Deze kei is een monument van de Friese vrijheidsdrang, die de Noord-Hollanders onder leiding van graaf Willem IV in 1354 de kop kostte in de slag bij Warns. Op de steen staat: Leaver dea as slaef - liever dood dan slaaf.


Stavoren dankt zijn ontstaan aan de strategische ligging aan verschillende waterwegen en aan St Odulphus, die in de 9e eeuw besloot hier zijn hoofdkwartier te vestigen. Het was de eerste van de Friese Elfsteden die rond 1060 stadsrechten kreeg. De mislukte verovering door graaf Willem IV behoort tot de vele hoogte- en dieptepunten uit de geschiedenis van het hanzestadje. Voor ons, hedendaagse toeristen, is het vooral een heel aardige plaats om rond te banjeren langs grachtjes (Voordelft), vroegere vestingwallen (Schans) en de kades rond de haven; een beetje ruiken aan de historie maar ook aan de keukenvoortbrengselen van de verschillende eettenten. 









Vanuit Stavoren zijn we weer teruggefietst. Bij Warns (01) staken we het Johan Frisokanaal over om over Hemelum weer richting Oudemirnum te rijden.


Hemelum - 

Dit keer reden we langs de oostzijde van het Rijsterbos. Aan de rand bij een mooi ruig graslandje vonden we een bankje in de zon. Er waren heel veel (steenrode?) heidelibellen, die zich rustig naast ons op het bankje kwamen opwarmen. Verder werden we verrast door veel rondfladderende blauwtjes die haast leken te strijden om het lekkerste plekje op de lekkerste bloem: bruin blauwtjes, kleine vuurvlinders en icarusblauwtjes.



Geen opmerkingen: