23 februari beloofde een mooie dag te worden en we besloten om na lange tijd weer eens naar Castricum te gaan. Via "kamp Bakkum" zijn we de duinen ingelopen. De omgeving van de Wei van Brasser vind ik altijd een prachtig stuk duingebied. Het is een mooi meertje en ook het gebied rondom kent vele natte plekken en watertjes.
Aan deze foto's is het niet te zien, maar de lente zat toch duidelijk al in de lucht. Boven ons lieten drie buizerds zich horen terwijl ze voortdurend om elkaar heen cirkelden. Roodborstjes en andere zangvogels hadden de schroom van de winter afgeworpen en waren heel actief.
In de bossen richting strand zagen we een grote mierenhoop waarvan de bewoners niets meer van winterslaap wilden weten, ze krioelden door elkaar op weg naar buiten. In de duinvallei hoorden we duinpiepers of graspiepers, te ver weg om goed te kunnen zien, maar een lust voor het oor.
Regelmatig verdween de zon achter de wolken en dan was het nog fris, maar het was heerlijk weer om te wandelen en we waren dan ook niet de enigen op deze zondag.
Het heeft heel wat gestormd en hoog kroop het zandstrand tegen de duinenrij, waar zich her en der grillige patronen hadden gevormd.
Het was eb. Een bepaalde plek bood blijkbaar veel meer voedsel dan elders langs het strand: hier waren wat grote mantelmeeuwen en ook enkele drieteenstrandlopers. Vooral de zg. scheermesjes leken hier op het menu te staan. Grappig was hoe zowel de volwassen als de jonge meeuwen de schelpen regelmatig lieten vallen, ofwel in vlucht om er dan snel weer bovenop te duiken, ofwel een stukje opvliegen en laag bij de grond laten vallen en meteen weer oppikken, maar ook met beide poten aan de grond. Het leek wel of ze dat expres deden, misschien om de schelp open te krijgen, zoals ook merels wel een huisjesslak op straat laten vallen om bij het lekkers te kunnen komen. Anderzijds: mosselen sluiten zich juist op een flinke tik. Dus het is me nog niet helemaal duidelijk. Wel leuk om te zien.
En de drieteenstrandlopertjes kwamen menigmaal snel aan getippeld om te kijken of ze nog een graantje konden meepikken van al dat lekkers.
Het vlees in de bek en de verpakking bungelt eronder. Dan valt die leeg naar beneden. Het strandlopertje komt er als de kippen bij: zit er nog wat voor mij in?
Lopen kunnen ze wel, die drieteenstrandlopertjes, ondanks het ontbreken van die achterteen, waaraan ze hun naam danken. Vaak zie je ze 's winters in groepjes langs de rand van de zee, op zoek naar voedsel, maar steeds weer wegrennend voor de golven. Deze dag waren er hier enkelen.
Meestal te ver en teveel onder de wolken voor echt mooie foto's, maar het is gewoon leuk om te zien.
Even liep er eentje prettig dichtbij aan het strand, maar met al die mensen en kindertjes op zo'n mooie dag was dat moment snel voorbij.
Maar ja, dat levert toch ook mooie momenten op. Dat zag er zo lief uit!
Mooi einde van een fijne wandeling.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten