donderdag 26 september 2019

Zomers tuinplezier: van vlinders, vogels, egels en andere tuingasten

Na onze vakantie in Duitsland konden we in juli in onze tuin verder genieten van het mooie weer. Aanvankelijk was ik nogal teleurgesteld door het geringe aantal en soorten vlinders, die onze bloemen bezochten.  Blij was ik dan ook met deze schoonheid die zich op ons veel minder schone schuurraampje zat op te warmen. De veronderstelling dat het een Kleine Vos was, blijkt bij nadere beschouwing niet te kloppen. Het is een Grote Vos: minder blauw aan de vleugelranden en een zwarte stip minder op de voorvleugel. Zeldzaam bezoek dus. De Kleine Vos heeft zich een paar weken later regelmatig laten zien, mogelijk steeds/veelal hetzelfde exemplaar. Dagpauwogen hebben deze zomer weinig blijk van hun bestaan gegeven; niet alleen in de tuin, maar ook elders heb ik de soort weinig aangetroffen. En zelfs de Muntvlindertjes, die de afgelopen jaren met vele tegelijk op het kattenkruid en de marjolein afkwamen, waren nu in veel mindere mate aanwezig.



 


Na het vallen van de avond waren het andere gasten die we in onze tuin aantroffen. Zoals de nachtvlinders die soms opgeschrikt werden als we plots een lamp aandeden. De egels lieten zich niet zo snel afleiden door de tuinlamp. We hadden ze nog niet eerder gezien na de winter, maar toen er op een avond een lege houtskoolzak met het restant van een appel was blijven liggen, hoorden we plots geritsel. Daarna hebben we steeds egelvoer klaargezet en dat was niet voor niets!








Verschillende clematissoorten zijn zowel tijdens als na de bloei niet alleen een lust voor het oog voor ons, maar ook een schuilplaats en voedselbron voor de mussen.













De vele mussen en mezen, die we in onze buurt hebben, hebben trouwens vanaf het voorjaar enorm hun natuurlijke best gedaan om de buxusmot uit onze twee struiken te bestrijden. Een vlindersoort waarop we niet echt zaten te wachten, maar kort na onze vakantie zagen we de rupsen in aantal toenemen en hoewel hun leven aan een zijden draadje hing, waren de struiken in goed twee weken nagenoeg kaalgevreten. De vogels moeten hun buik ervan vol gehad hebben, maar lieten zich tot het laatste moment niet onbetuigd.






 


 Met de komst van de distelvlinders eind juli, herkende ik onze tuin eindelijk weer als vlindertuin. Tijdens onze vakantie in Duitsland zagen we al vrij veel distelvlinders en vermoedden we dat de wind ook voor Nederland gunstig was. En wat een geweldige zomer is dit voor de distelvlinder in ons land geworden! Geen dag ging voorbij zonder het gefladder in onze en naburige tuinen. Steeds telde ik er minstens acht tegelijk. Een feestje! Ze zijn gek op de vlinderstruiken, maar ook hortensia, verbena en andere bloemen werden regelmatig bezocht.







Ondertussen bewezen de mussen dat ze zich ook dit jaar weer goed vermenigvuldigd hadden. Met tientallen tegelijk bevolkten ze het terras op zoek naar zaadjes en insecten of onze broodkruimeltjes. Als we 's morgens onze keukendeur openden, kwamen ze al aanvliegen, want ze wisten dat er altijd wel wat te halen viel als we buiten zaten te ontbijten. Een enkele keer vloog er een door de open tuindeuren naar binnen. Maar op andere momenten was het dak the place to be. Onder de pannen of op de pannen: warm en veilig.





Terug naar de vlinders en wel de blauwtjes: bruin blauwtje en de kleine vuurvlinder zie ik hier zelden of nooit, dus dat waren aardige belevenissen. Het kleine boomblauwtje kwam vaker langs, letterlijk want even rustig ergens gaan zitten was er zelden bij. Eén van die weinige keren had ik het fototoestel bij de hand. Tot de vlinders die hier gewoonlijk wel zeer regelmatig zijn, maar dit jaar weinig, behoren de gehakkelde aurelia en de kolibrievlinder. De laatste was ook steeds dermate snel vertrokken, dat ik niet op tijd was voor een foto.


















De kleine vos nog een keer. En het witje is een altijd trouwe gast en omvat meer soorten dan ik voorheen wist; met één of met meer stippen, ietwat puntige vleugels of meer afgerond. Dit jaar wordt het scheefbloemwitje veel gezien, maar ik weet niet of ik deze zou kunnen onderscheiden van het groot koolwitje.






En in de tweede helft van augustus waren daar ineens de atalanta's, volop! Sommige afgevlogen en gehavend, andere vers en glanzend in het pak.





Het is inmiddels september, de egels komen nog iedere avond op hun voederbakje af. Egels, meervoud dus. Twee minstens - regelmatig gezien, drie vermoed ik ook wel. En dat gaat niet altijd vriendelijk toe. Op sommige avonden hoorden we tijdenlang een knorrend / schraperig geblaas en gehijg tussen de planten en dan wisten we al: er is er meer dan één. Op het terras, in het licht van de tuinlamp, zagen we soms hoe de één dominant en onheilspellend de ander benaderde en verdreef - op hoge poten naar de buren of in z'n achteruit de planten in tot hij niet meer verder kon, opgerold wachtend in een hoekje tot de grote baas de voederbak en het strijdtoneel verliet. Dan: stilletjes terugkomen en verder eten van wat er over is.















Niet alleen vlinders maar ook massa's bijen, hommels, zweefvliegen en vele andere insecten wisten onze tuin te vinden. Wespen ook wel, hinderlijk als altijd, maar ze zijn geen echte plaag geweest. Laat ik afsluiten met het resultaat van de plaag van het jaar: de buxusmot: eigenlijk een heel mooi vlindertje dat we in de nazomer veelvuldig in de tuin hebben aangetroffen en zelfs in huis. Voor hun eitjes zullen ze het verderop moeten zoeken: voor die kale struiken bedenken we leuke vervangers, vogel- en vlindervriendelijk!





Geen opmerkingen: