Regens en stormen bepaalden de afgelopen week het weerbeeld. Vooral de kustprovincies hadden met stevige stormen te maken. Met de regen viel het hier in het westen nog wel mee voor mijn gevoel. Tussen hele natte dagen door hebben we ook best nog wel de zon gezien. Maar in het noordoosten kreeg men de volle laag en steeg het peil van oppervlaktewateren en rivieren gestaag. De noordwester storm blies het water van Wadden en IJsselmeer hoog op naar het land, zodat er niet gespuid kon worden. De dijken leken niet overal helemaal betrouwbaar en dorpen bij Lauwersmeer en noordoost Groningen werden voor de zekerheid ontruimd, althans voor zover de dorpelingen daaraan meewerkten. Ze zijn nuchter en niet voor een kleintje vervaard, die Groningers. Immers, je laat je vee niet in de steek en die mensen die dag en nacht met de dijken bezig zijn, moeten op z'n tijd toch van iemand een kop koffie krijgen! Gisteren kon iedereen gelukkig weer naar z'n huis terug. Zoals een geëvacueerde bewoner zei: "ach, het is lastig, maar het is geen watersnood, er komt niemand om". Maar voor de media was het goed genoeg om er bol van te staan, de laatste dagen.
Deze vrijdag zou het droog blijven. Een frisse wind waaide de wolken uiteen. Laten we eens kijken hoe hoog het water in de Groene Jonker staat. Kaplaarzen in de achterbak.
Op de Hogedijk kon ik al genieten van het weidse polderlandschap, waar de rietkragen warm opkleurden in de winterzon. In de weiden aan de hoger gelegen noordzijde liepen nog veel schapen, evenals op de dijk zelf. In de lager gelegen polder liepen nog enkele schapen. Een troepje zwanen graasde daar een wei af, evenals een groep grauwe ganzen. Hordes meeuwen stonden te trappelen in het grasland.
De Groene Jonker: uitgestrekte waterplassen nu, maar de wandeldijk was goed begaanbaar. Laarzen noodzakelijk, maar dan is het ook lekker blubberen door de bagger. Oppassen voor glijpartijen, als je niet zit te wachten op een gratis schoonheidsbehandeling. De wolken gaven veel ruimte aan de zon, die een waardevolle bijdrage leverde aan de beleving van de schoonheid van dit landschap, ook in deze natte wintertijden. Enorme zwermen vogels bevolkten de lucht, wolkten op van het water om naar alle kanten uit te waaieren of elders te landen op het weide water of dekking te zoeken achter rietkragen en graspollen. Nieuwkomers kruisten deze groepen. De witte vleugels en buiken van zwenkende kieviten lichtten op in de zon en contrasteerden met donkere bovenzijden van opvliegende soortgenoten in een Escherachtige setting.
Een fascinerende dynamiek.
Een grote zilverreiger stak wit af tegen het riet. Het merendeel van de eenden bestond uit smienten. Kuifeenden en toppers (op deze afstand en met deze wind was het verschil niet altijd goed te zien) vind je hier altijd wel, evenals natuurlijk wilde eenden en de alomtegenwoordige meerkoeten. Als een kopie van de bomenrij langs de weg, stonden de kieviten in het gelid. Eerder bij Botshol is het me ook wel eens opgevallen dat ze vaak op rij staan. Reden (nog) onbekend.
Het beeld dat ik vroeger van kieviten had, was dat van weidetrekvogel.Wanneer je weet dat kieviten tot de plevieren behoren, is het minder vreemd dat ze graag het water opzoeken. Blijkbaar levert dat in de winter voldoende voedsel op. Alleen bij vorst schijnen ze weg te trekken.
Het was vooral in de lucht, dat ik groepen ganzen zag. Grauwe ganzen, maar ook kolganzen heb ik, ondanks de soms wat donkere lucht, duidelijk kunnen onderscheiden. Verderop in de plas onderaan de dijk zwommen een paar slobeenden. Nog even genieten van de spectaculaire luchten boven dit Hollandse landschap, maar de zon begint te dalen en het wordt tijd om naar huis te gaan.
Een dag met een gouden randje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten