Niet alleen het Drents Friese Wold is een prachtig gebied om te wandelen en te fietsen, ook de omgeving daarbuiten. Een fietstocht van ons uitgangspunt Oude Willem richting Diever, over Wapse, Vledder en Frederiksoord, terug richting Vledderveen en door het Doldersumse Veld, bood een rijke afwisseling aan diverse natuur- en cultuurlandschappen en historische monumenten. Via kpt 67 en 69 is de kortste route door de bossen naar Diever. Maar wie niet tegen een paar extra kilometers opziet, kan bij 67 linksaf slaan en langs de heide en zandverstuivingen van de Hoekenbrink naar 53 en vandaar afzakken langs verschillende mooie vennen naar 52 om vervolgens bij Diever te komen.
Van Diever naar nr. 37 : via Wapse in rechte lijn of meer gekronkeld via Kalteren, je rijdt door een heerlijke fietsomgeving langs akkers, weiden, ouderwetse korenvelden met blauwe bermen vol korenbloemen, landelijke boerderijtjes met oude hekken en hoge grassen in de boomgaarden.
En toen kwamen we - geheel bij toeval - bij de bosbessenkwekerij en pluktuinen Zeldenrust aan de Wasperauwen. Er is een kas en een sfeervol terras, maar ik viel onmiddellijk voor de fantastische bloemenpluktuin. Zelfs Rob heeft hier een tijdlang geboeid rondgelopen. En er zíjn van die zeldzame momenten dat ik betreur dat ik in een caravan verblijf!
Tijd om verder te gaan: kpt 33, richting 35, maar voor Vledder linksaf naar 71 naar Frederiksoord.
Vanaf de Van der Meulenweg reden wij bij een mooi oud boerderijtje de Van Limburg Stirumlaan in en kwamen via een monumentale beukenlaan in het monumentale dorp. Het biedt een duik in het bijzondere verleden van de Proefkolonie Frederiksoord, in 1818 opgericht door de Maatschappij van Weldadigheid. Door de stichting van landbouwkoloniën wilde men huisvesting en werk combineren met verplicht onderwijs en medische voorzieningen ter bestrijding van de schrijnende armoede in ons land.
Het eerste kolonieschooltje behoorde tot de centrale gebouwen, die in het hart van de kolonie stonden, naast de gaarkeuken. Het is nu onderdeel van het buitenmuseum en is te bezichtigen. Wij liepen door het park achter de Van Zwieten Bosbouwschool en de Tuinbouwschool, waar verdergaande scholing plaatsvond. Wie zich nog verder wil verdiepen in de geschiedenis van de voormalige Koloniën van Weldadigheid kan terecht in het Museum aan de hoofdstraat.
Het voormalige postkantoor is nu een uitspanning met een gezellig terras.
Wij lieten Frederiksoord achter ons op weg naar de volgende kolonie: Wilhelminaoord. Daarbij passeerden we verschillende koloniehuisjes, de hoeve van koning Willem III en het witte koloniekerkje. Vanaf 1818 bestond er kerkplicht voor de koloniebewoners, waarmee de Maatschappij van Weldadigheid het zedelijk niveau wilde verhogen. Voor de kolonisten was er huisvesting, werk en tal van voorzieningen, maar het was ook een hard bestaan en er werd voor hen bepaald hoe ze hun leven moesten inrichten.
Het Doldersummerveld is een uitgestrekt vochtig heidegebied op de flank van het beekdal van de Vleder- en Wapserveensche AA en is nog net op tijd voor ontginning behoed, toen Stichting het Drentse Landschap 400 ha wist aan te kopen in 1967. Het is een soortenrijk gebied, dat bovendien in 2010 tot vlinderreservaat is uitgeroepen - het eerste in Nederland! Ruim halverwege ons fietspad vonden we de toegang tot het fietspad de Lange Drift dat dwars door het Doldersummerveld loopt. Oude karrenwielen markeren dit punt en een informatiepaneel "Sporen in het veld". Dat vertelt iets over de vondst van sporen van karren en koetsen, waardoor men meer te weten kwam over de routes die men vroeger koos door een dergelijk moeilijk begaanbaar veengebied.
Her en der zagen we nog vele witgrijze, kale bomen, die enigszins macaber herinneren aan de grote bosbrand die hier in 2018 woedde. Maar de natuur lijkt zich aardig hersteld te hebben, zo op het eerste gezicht en in de late zomer zal de heide weer paars kleuren.
Voor we naar Wateren reden, permitteerden we ons nog een ommetje naar het Onderduikershol uit WOII.