donderdag 31 december 2015

Tuinplezier: egels!


Ik heb al eerder melding gemaakt van egels bij ons in de tuin. Buren aan verschillende kanten van de straat hebben gereageerd dat zij ook regelmatig egels zien, dus blijkbaar hebben we een goed egelbuurtje. Sinds we dat wisten hebben we hen extra verwend met elke avond een vers bakje egelvoer. Dat vond gretig aftrek en al op de tweede avond zagen we er eentje komen die veel kleiner was: een jonge egel! De vierde avond kwamen ze met z'n tweeën: ouder en kind. Zo leuk.


Iedere avond na zonsondergang kwamen de egels. Soms met z'n tweeën tegelijk, een oudere en een kleintje samen, soms na elkaar met tussenpauzen. Iedere morgen was het bakje leeg. De laatste kruimels werden door de vogels opgeruimd. Die kleine kroop bij voorkeur in de bak en paste er ook net in.



Later dachten we dat ie al aardig gegroeid was, maar we kwamen er ook achter dat er twee formaten kleintjes waren. We hadden blijkbaar met een hele familie te maken! Met het spaarzame licht van de buitenlamp was het moeilijk om behoorlijke foto's te maken, maar het resultaat van flits (gereduceerd) op de ogen vind ik ook niet mooi en bovendien verstoort het de dieren.


Tot eind november hebben we de egels gezien en begin december was het voedselbakje leeg, maar misschien zijn dat wel de muisjes geweest. In ieder geval zal het zachte weer ertoe bijgedragen hebben dat de dieren nog zo lang actief zijn gebleven. We hebben er iedere avond van genoten, maar nu zullen ze hun energie sparen en hebben ze hopelijk een veilig en goed plekje gevonden voor de winterslaap.
Hopelijk zien we ze allemaal volgend jaar weer gezond terug. En dat is een mooie afsluiter voor 2015.
Iedereen die dit leest wens ik eveneens een gezond en mooi nieuw jaar!


Een rondje Dokkum

Aan alles komt een eind. Omdat het opnieuw grijs en regenachtig weer was, besloten we niet tot een natuurlijke, maar stadse afsluiting van ons driedaagse uitstapje. We lieten het Lauwersmeer achter ons en stapten in Dokkum pas weer uit de auto. Wonderwel begon het juist een beetje op te klaren en we hebben nauwelijks nog regen gehad tijdens ons rondje Dokkum.
Dokkum is de vijfde winkelstad van Friesland en heeft vele horecagelegenheden voor wie het zich gezellig wil maken. Wij vonden het vooral leuk om wat meer van de geschiedenis van Dokkum in beeld te krijgen door een stadswandeling en een bezoek aan het museum.


We staken de Dokkumer Ee over via een voetbrug, die uitzicht bood op de molen Zeldenrust, een van de twee molens die zich op de zg. bolwerken bevinden. Dokkum is een oude vestingstad en wordt omringd door deze stadswallen, die op zes punten bastions hebben. Voor een verdergaande beschrijving wil ik verwijzen naar wikipedia, de kaart van Dokkum en een verhelderende digitale tour door Dokkum.
Ik zal me vooral tot een fotoïmpressie beperken. Namen van bruggen en straten zeggen dikwijls ook veel over het verleden.





 
Deze legende spreekt van een eik, maar de boom die naast de kerk staat, is een moerbeiboom. Moerbeibomen komen gewoonlijk niet zo noordelijk voor. Een toelichting meldt dat deze witte moerbei de oudste moerbeiboom van Europa is, volgens deskundigen zo'n 400 jaar oud. Vermoedelijk is het zaad destijds illegaal uit China meegesmokkeld.


 Natuurlijk kom je de naam en afbeeldingen van Bonifatius in Dokkum regelmatig tegen en het hoeft niet te bevreemden dat er een kerk naar hem is genoemd.

Op het eind van de Legeweg vonden we eetcafé De Koffiebranderij in een sfeervol oud pand. Wat is een betere plek om even op te warmen bij een heerlijk kopje koffie?!

 

Toen ik naderhand om het pand heenliep bevond ik me veelzeggend in de Koekebakkerssteeg die met het Olieslagersbrugje een smal watertje overbrugde. Met de Koffiebranderij aan onze rechterhand keken we richting de Bonte Brug over het Kleindiep.




Vanaf de Bontebrug heb je een mooi uitzicht over Dokkum naar alle kanten. 


Dokkum is een van de Elf steden. De schaatsers van de Elfstedentocht moeten onder de Bontebrug door om bij de stempelpost op het Kleindiep te kunnen komen. Het leuke schaatsbankje hoort hier dus helemaal thuis!




Leuke winkels in statige panden langs het Kleindiep. Aan de andere kant het stadhuis.


 



Als je Dokkum zegt, zeg je Bonifatius. Een museum, dat niet alleen aan Bonifatius, maar aan 2000 jaar geschiedenis van noord-oost Friesland is gewijd, is gevestigd in het Admiraliteitshuis aan de Diepwal. Voordat we het museum bezochten, bewonderden we nog de statige panden aan de overkant van de Driepystergracht. Het geelstenige gebouw links van de pakhuizen van de Erven Brouwer bleek niet een voormalige kazerne te zijn, zoals wij eerst dachten, maar was ooit een sigarenfabriek.





In Dokkum kun je niet om Bonifatius heen en dat vertaalt zich op vele manieren. Het museum geeft er een mooi beeld van. Maar er is ook prachtig oud aardewerk en allerlei andere gebruiksvoorwerpen zoals beursjes, kledingstukken, verschillende hoofddrachten van kant met oorijzers tot compleet zilveren en gouden oorkappen, prachtig tafelzilver en kerkzilver. Kortom: een mooie collectie cultuurgeschiedenis, die we zeker de moeite waard vonden.



























Met deze zilver beslagen Bijbel slaan wij ook ons vakantieboekje dicht.

Kollumerwaard en Zoutkamp

Na onze fietstocht door de Marnewaard reden we die woensdagmiddag met de auto via Zoutkamp naar de Kollumerwaard. Over de Kwelderweg langs de zuidrand van het gebied heb je al een mooi uitzicht over het ruige land. We zagen er veel Schotse hooglanders.  Ons doel was eerst het meest westelijke deel: Kollumeroord om een kijkje te nemen op uitzichtpunt De Pomp. 


De vele populieren van het bos waren al nagenoeg winterkaal, maar gelukkig gaven andere bomensoorten nog een vrolijk kleurtje aan het landschap, want van het mooie weer moesten we het deze middag niet hebben.


Grauw en vochtig zwaar hingen de wolken boven de uitgestrekte rietvelden, de ruige graslanden en Senneroog, zoals het water en het eilandje in het midden hier heten.


Verschillende eendensoorten, enkele grote zilverreigers, maar vooral heel veel zwanen bevolkten de meest nabij gelegen wateren. Naast enkele knobbelzwanen, meende ik aanvankelijk met Wilde zwanen van doen te hebben, maar bij nader inzien bleken het Kleine zwanen te zijn. Afgezien van het formaat valt de Kleine zwaan vooral te herkennen aan de tekening van de snavel. Bij de Wilde zwaan is er meer geel in de snavel, bij de Kleine zwaan loopt het zwart vanaf de snavelpunt verder door, over de hele snavel tot voorbij het neusgat. Er werd druk gefoerageerd - blijkbaar is het water hier ondiep en rijk aan waterplanten - en af en toe zaten ze elkaar daarbij een beetje in de weg.




Ook nu weer vormden het gebrek aan licht en de grote afstand een belemmering voor goede foto's, maar het was onze eerste kennismaking met de Kleine zwaan en dan zo velen, dat is dan toch wel weer bijzonder.
De graslanden werden niet begraasd door de watervogels, maar aan de andere kant van de parkeerplaats graasde wel een groepje Schotse hooglanders. En dat is precies waarvoor Staatsbosbeheer deze runderen en konikspaarden inzet: om het gebied open te houden en dichtgroeien door (moeras)bos te voorkomen.


Eigenlijk hadden we wat langer willen rondwandelen, maar hier was dat alleen mogelijk in de drogere bospercelen. Tussen de rietkragen waren de onverharde paden veel te nat. Halverwege de Kwelderweg is ook een parkeerplaats en goede mogelijkheid om te wandelen. Maar het was koud en nat, zodat we besloten even een kijkje in Zoutkamp te nemen.
In mei 2013 hebben we Zoutkamp vanaf het water gezien en zijn we door de sluizen gevaren als gast van familieleden, met wie we deze oktoberavond naast de sluis zouden gaan eten.

mei 2013 - door de sluizen van Zoutkamp



Dit keer liepen we over de sluis. Oorspronkelijk lag Zoutkamp aan de monding van het Reitdiep in de toenmalige Lauwerszee. De naam is mogelijk te danken aan zoutwinning in vroeger tijden. Dankzij de afsluiting in 1877 van het Reitdiep tussen Zoutkamp en Nittershoek door een dijk met de Reitdiepsluis ontstond er een brugverbinding tussen beide plaatsen, waardoor het dorp minder geïsoleerd kwam te liggen.
Het dorp leefde vooral van de visserij en bijbehorende industrie, maar in de tweede helft van de 19e eeuw ging het niet goed met de visserij. In 1883 werd ook Zoutkamp getroffen door de Ramp van Paesens en Moddergat, waar in mijn eerdere blog melding van maakte. Pas met de opkomst van de garnalenvisserij in de 20e eeuw ging het goed met de plaatselijke economie.


Tot in de jaren 1960 was Zoutkamp een vissershaven. De afsluiting van de Lauwerszee was zeer tegen de zin van de bevolking, de haven werd verplaatst naar Lauwersoog, 1969. 
In die 1960'er jaren werden ook veel van de oude, verkrotte, vissershuisjes gesloopt. Een aantal werden herbouwd in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. 1 huisje bleef gespaard voor Zoutkamp zelf en werd achter het monumentale pand van het Visserijmuseum aan de Reitdiepskade opgebouwd. 





Veel van het oude Zoutkamp valt er dan ook niet meer terug te vinden. De Stichting Historische Visserij Zoutkamp zet zich in voor projecten die te maken hebben met het oude Zoutkamp en de visserij, zoals het oude vissershuisje, de kalkoven en de sloepenloods.
Tegenwoordig richt men zich met de haven en het dorp meer op het toerisme. Er is het museum voor wie geïnteresseerd is in de historie, de Reitdiepskade en omgeving biedt restaurantjes en in het goede seizoen gezellige terrasjes. Die avond hebben wij in ieder geval gezellig en lekker gegeten in ZK86.


Verderop is het bedrijvencomplex van garnalenleverancier Matthijs van der Ploeg, die in 1990 de kleurrijke houten huisjes aan de kade liet bouwen. Garnalen zijn dan ook de versiering van de makelaar in de daknok. In de Palingrokerij kun je verse vis kopen en daar hebben wij onze lunch genoten: een broodje met heerlijk verse paling!
De keren dat wij in Groningen zijn geweest, waren de weergoden ons niet altijd gunstig gezind. Maar onder betere omstandigheden zitten wij hier vast en zeker nog eens lekker op een terrasje voor een vers visje na een heerlijk zonnige wandeling in de Kollumerwaard. Want dat gaat er vast nog eens van komen. Schiermonnikoog, de buitendijkse kwelders, het Lauwersmeergebied: het smaakt naar meer!


Rob wist te vertellen dat dit de oude materialen zijn, die niet meer voor de garnalenvangst gebruikt mogen worden, omdat ze de zeebodem teveel beschadigen. Onder: inkijkje in de sloepenloods.



Veel informatie over Zoutkamp, waarvan ook ik gebruik gemaakt heb, is te vinden op Wikipedia.
Verder: Het Visserijmuseum
Over het Lauwersmeer o.a.: http://www.np-lauwersmeer.nl/documents/historie/afsluiting-lauwerszee.xml?lang=nl
en : http://lauwersmeer.groningen.nl/over-lauwersmeer
en wandelroutes: http://www.staatsbosbeheer.nl/natuurgebieden/lauwersmeer/routes